Examen voor landmeetkundig rekenaar
N.LF. 1950
321
Gegeven: De punten a, b en c zijn uitgepast in de ruiten. De uit-
passingsgetallen zijn op de tekening vermeld. De punten d, e, f, g,
h en k zijn bepaald t.o.v. de polygoonzijden; de meetgetallen zijn op
de tekening bijgeschreven. De vergelijking van de as van de spoor
baan staat ook op de tekening.
De volgende coördinaten zijn bekend
X Y
VP i
VP 2
VP 3
VP 4
VP 5
19620,21
19829,43
20150,25
19687,42
19815,77
24953,22
25040,77
25058,13
25810,81
25893,14
Gevraagd: De oppervlakte van het blad.
Wordt vervolgd.)
Landmeetkundige berekeningen
Opgave 1.
(Tijd: 4 uur)
Gevraagd de grafische vereffening van een punt uit zes achter
waartse richtingen. De voorlopige coördinaten van het te bepalen punt
en de voorlopige argumenten waren gegeven.
Het kadastrale formulier nr. 26 moest volledig worden afgewerkt
ook de foutenellips werd gevraagd.
Op een vel tekenpapier waren de punten gekaarteerd op schaal
120 000. Het gebruik van een rekenmachine was niet toegestaan.
Wel mocht een logarithmentafel worden gebruikt.
Opgave 2.
Hoogte van A
Hoogte van B
2,609
3,472
(Tijd: 2^4 uur)
N.A.P.
N.A.P.
Hoogteverschillen
van
naar
lengte
A
C
0,538
1,6 km
C
D
5,031
1,2
D
B
1,580
i,7
B
E
8,360
2,0
E
A
2,293
2,8
C
F
3,u8
i,3
D
F
I,9H
1,8
E
F
4,877
1,7
Gevraagd:
Bereken eerst de hoogte van de punten C, D en E en daarna die van
punt F.