16
dupe kunnen worden. Dit zgn. negatieve stelsel koos de Nederlandse
wetgever ten slotte in artikel 639, j°. 671 B. W. Noordziek i822-'23,
II, 422 v.) men vergelijke H. R. 10 December 1937, N. J. '38, 333.
De betekenis der registers is groter dan in stelsel 1, maar als bezwaar
blijft, dat derden niet op de registers kunnen vertrouwen.
3. Aan derden te goeder trouw kan niet worden tegengeworpen, dat
de registers niet de werkelijke rechtstoestand weergeven. Dit is het
zgn. positieve stelsel, dat het Grundbuchgesetz 1871 van Oostenrijk in
voerde en dat ook Duitsland 892 B. G. B.) en Zwitserland (art.
973 Z. G. B.) overnamen. Als bezwaren tegen dit stelsel worden onder
meer aangevoerd, dat het een ambtelijke inmenging door de hypotheek
bewaarder noodzakelijk maakt en dat aldus rechthebbenden buiten hun
toedoen hun rechten verliezen.
4. Een tussenliggend stelsel neemt niet aan, dat een derde onvoor
waardelijk op de laatste inschrijving mag vertrouwen, maar dat enkele
gronden, ten gevolge van welke de ware rechtstoestand van de inge
schrevene kan verschillen niet aan derden te goeder trouw kunnen
worden tegengeworpen (vernietigbaarheid van rechtshandelingen, Ont
werp Staatscommissie B. W. 1899; nietigheid of vernietigbaarheid,
Ontwerp Staatscommissie Hypotheekrecht 1916).
Voorlopig antwoord van dc Minister van Justitie:
Het verdient geen aanbeveling over te gaan op een geheel ander
systeem van grondboekhouding. Wel kunnen verbeteringen worden
aangebracht uit hoofde van de bescherming van rechten van derden
te goeder trouw door inschrijving van bepaalde gegevens, die voor
ontstaan en tenietgaan van rechten van belang zijn.
Vraag 2. Dient de mogelijkheid, van overdracht van onroerende zaken
door overschrijving van een onderhandse akte gehandhaafd te blijvenf
Toelichting. Hoewel het ontwerp 1820 voor levering van onroerend
goed een authentieke akte eiste, is volgens het B. W. overschrijving
van een onderhandse akte voldoende voor levering van onroerende
goederen en voor vestiging van zakelijke rechten op onroerend goed,
met uitzondering van hypotheek (art. 1217 B. W.). Van deze moge
lijkheid werd en wordt vooral op het platteland en door sommige over
heidsorganen veel gebruik gemaakt. Nadat in 1938 een Commissie-van
Kan was benoemd ter bestudering van de notariaatstarieven in verband
met de plannen om de authentieke akte voor voornoemde rechtshande
lingen verplicht te stellen, werd in de bezettingstijd door een tweetal
verordeningen langs een omweg bereikt, dat levering van onroerend
goed niet meer buiten de notaris om kon geschieden (men verg. Asser-
Scholten II, 196 noot 1). Na protesten van de Vereniging van Zaak-
waarnemers-administrateurs werden echter in 1943 de genoemde ver
ordeningen in dier voege gewijzigd, dat overdracht van onroerend goed
ook met behulp van erkende zaakwaarnemers kon geschieden.
Tegen de mogelijkheid van levering en vestiging van zakelijke rech-