17 ten bij onderhandse akte worden vooral van de zijde van het nota riaat als bezwaren aangevoerd, dat alleen de eis van een notariële akte een voldoende recherche naar de herkomst van het goed waarborgt, dat de onderhandse akten vaak juridische gebreken vertonen en dat, als voor de vestiging van hypotheek wel een authentieke akte nood zakelijk wordt geacht, het niet consequent is voor andere zakenrechte lijke rechtshandelingen met betrekking tot onroerend goed een onder handse akte voldoende te achten. Ook voor het bewijs der handeling geeft een authentieke akte besliste voordelen. Om al deze redenen weigeren dan ook vele hypotheekbanken hypotheek te geven, wanneer de eigendom niet door authentieke akte is verkregen. Anderzijds zou men door het eisen van een authentieke akte de plattelandsbevolking bij kleine grenscorrecties op nodeloze kosten jagen, met als waarschijnlijk gevolg, dat in die gevallen de gehele overschrijving achterwege zou blijven. Bovendien zou men overheidsinstanties en grote ondernemin gen, met deskundig personeel voor de bedoelde transacties, dwingen zich voor iedere overdracht of vestiging tot een notaris te wenden. Bij een enquête onder de belanghebbenden bleken de meningen over de gestelde vraag sterk verdeeld. Voorlopig antwoord van de Minister van Justitie: Er zijn zwaarwichtige argumenten met name ontleend aan de over drachten, waarbij publiekrechtelijke lichamen zijn betrokken, tegen het verplicht stellen van de authentieke akte bij overdracht van onroerende zaken. Overigens is hierbij een zeer uitdrukkelijke wens van het notariaat in geding, die niet zonder gezonde zin is. Vraag 3. Moet de eigendomsoverdracht tot zekerheid behouden blijven of dient daarvoor in de plaats een registerpandrecht op bedrijfs- en beroepsgoederen te komen, zonder terhandstelling te vestigen door inschrijving in een register? Toelichting. Voordat de Hoge Raad in twee arresten van 1929 (N. J. 1929, 616 en 1096) in navolging van de Duitse rechtspraak een eigendomsoverdracht tot zekerheid geoorloofd verklaarde en daarbij ook levering door een constitutum possessorium toeliet, kwam deze vorm van zekerheid in ons land weinig voor. Thans wordt daarvan door alle soorten van schuldeisers een uitgebreid gebruik gemaakt, voor namelijk omdat aldus de zekerheid onder de schuldenaar kan blijven, wat bij een pandrecht door de wet verboden wordt (art. 1198 B. W.). Men kan echter vragen, waarom dan nog het blijven der zaak onder de schuldenaar bij pandrecht verboden wordt. Acht men dit verbod bij pandrecht gewenst, dan is het dat ook bij de eigendomsoverdracht tot zekerheid. Om deze reden wordt in verschillende landen een eigen domsoverdracht tot zekerheid door de rechtspraak niet toegelaten (o.a. Zwitserland, Frankrijk, België). Deze wijze van zekerheid geven heeft bovendien het bezwaar, dat daarbij de artikelen 1200 en vlg. B. W. niet

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 19