47 dam als plaats der vergadering bepaald hebben. Het Bestuur kon hier mee tevens voldoen aan het verzoek van de afd. Den Haag, vorig jaar ter tafel gebracht, waarbij aan Amsterdam de voorkeur werd gegeven. Het is langzamerhand een goede gewoonte geworden, mijne heren Lodewijks en Alberda, dat het Bestuur van het Landmeetkundig Ge zelschap „Snellius" voor de bijwoning van deze vergadering wordt uitgenodigd. Het Bestuur van K. en L. heet U ten zeerste welkom en hoopt, dat het contact tussen onze verenigingen, die zich beide bezig houden met al datgene wat zich op landmeetkundig gebied ma nifesteert, steeds hechter mag worden, en dat vele van uw leden, na het volbrengen van de studie van geodetisch-ingenieur, een plaats bij de kadastrale dienst mogen vinden en daarmee in het corps van de landmeters van het kadaster zullen worden opgenomen. Helaas zijn ons ook in het afgelopen jaar enige leden door de dood ontvallen. Het zijn geweest de landmeters eerste klasse Oomes, Tiche laar en Geerts, de oud-ingenieur-verificateur J. Zijlstra en ons buiten gewoon lid en oud-voorzitter J. B. Th. Vriend. Zonder van ieder de verdiensten te memoreren, kan van allen getuigd worden, dat zij trouwe, belangstellende leden van K. en L. zijn geweest en dat zij, ieder op zijn eigen wijze, voor velen van ons een goed vriend en collega zijn geweest. Ik verzoek U enige ogenblikken stilte in acht te willen nemen, waarbij uw beste gedachten naar onze doden mogen uitgaan. Wanneer ik nog aan enkele punten de aandacht mag schenken, dan zal dit allereerst een woord van dank zijn aan het adres van de heer Van der Schaaf voor de wijze waarop hij voldaan heeft aan het verzoek van het Bestuur, enige nadere beschouwingen te wijden aan enkele aspecten van het rapport van de commissie-Hof, door het publiceren van zijn artikel „Reorganisatie van het Kadaster" in het tijdschrift van Augustus 1952. Het Bestuur hoopt, dat meer deskundigen hun mening over dit nieuwe gezichtspunt willen publiceren, zodat, wan neer het Bestuur actie voor dit onderwerp zou willen voeren, het kan profiteren van een veelzijdige voorlichting. De commissie-Greve is nog niet gereed gekomen met haar rapport. De heer Greve heeft mij medegedeeld, dat hij bereid is enkele mede delingen over het rapport te doen, en ik zal hem daarvoor straks gaarne de gelegenheid geven. Over het U toegezonden ontwerp voor de regeling van regionale bijeenkomsten zijn slechts enkele opmerkingen bij het Bestuur binnen gekomen. Wij mogen dus aannemen, dat U met dit ontwerp instemt en wij de definitieve uitwerking van de N.L.F. wel kunnen afwachten. Ook van deze plaats wil ik gaarne de gelukwensen aanbieden aan Professor Baarda met zijn benoeming tot hoogleraar, de heer Bruins met zijn benoeming tot lector en de heren Sanders, Jonas en Pieters met hun koninklijke onderscheiding. Ik meen met dit korte inleidingswoord te kunnen volstaan en ver klaar dan ook de vergadering voor geopend. b. Notulen van de vorige vergadering (zie Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, jaargang 1951, aflevering 61.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 49