Examen voor landmeter van het kadaster 1950 52 In vakaangelegenheden heb ik niet steeds aan zijn zijde gestaan, by. niet in zijn streven naar vermindering van het aantal ingenieurs-veri ficateur en bij de besprekingen over het verrichten van metingen door tekenaars. Later is gebleken, dat hij in het eerste geval en ik in het tweede de zaak het best hebben ingezien. Bij de kwestie van de aan stelling van hoofden van bureaux voeren wij echter weer in hetzelfde schuitje. De Korver was vooral een practisch ambtenaar. In een minimum van tijd kon hij een klinkende redevoering of een uitstekend verzoek schrift in elkaar zetten. Wat hij vooral wenste, was vlot werk. Zijn ondergeschikten moesten opschieten, niet te lang beraadslagen, maar handelen. Toch was hij soms in overdreven mate zeer gehecht aan het anciënniteitsbeginsel, waardoor hij dan ook in het algemeen zeer geliefd was bij zijn ambtenaren. Toen ik hem begin September jl. het laatst ontmoette, dacht ik niet, dat zijn verscheiden zo nabij was. Hij was zeer opgewekt en bracht mij met flinke stap naar de tramhalte. Mijn optimisme bleek echter mis plaatst te zijn: op n November is hij overleden. Wij die hem hebben gekend, kunnen ons slechts in het onvermijdelijke schikken. Maar nog vaak zal de ontslapene in onze gedachten aanwezig zijn. Houben (Vervolg van jaargang 1952, blz. 321) Landmeetkundige berekeningen Opgave 2. Bereken de coördinaten van de punten 30, 160, 27, 28, 29, 66 en 67 30 als knooppunt met behulp van onderstaande gegevens. noa~f-8~ 27 28 65

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 54