156
d kan geschreven worden g (grootte van een perceel) gedeeld door b
(de breedte).
Wordt alle grond gebruikt voor woningbouw, dan is t.a.v. de straat
(de formules betreffen uitsluitend deze kostenfactor) het meest eco
nomisch evenwijdige het behoeven geen rechte te zijn aangren
zende zones. Dwarsstraten zijn oneconomisch wegens het overlappen
van zones. Dwarsstraten moeten uitsluitend om verkeerstechnische
redenen worden aangelegd, dwarspaden kunnen en moeten daarentegen
vaker worden opgetrokken. Plantsoenen niet langs straten maar haaks
er op en tussen de zónegrenzen.
S. stelt formules op en enkele nomogrammen voor strekkende meter
straat per perceel (die van dwarsstraten en paden te reduceren tot die
van de straat), voor de kosten per perceel, voor de percentsgewijze
grondafstand aan straten per perceel, door de bijbehorende straat
grootte van de volgende typen van bebouwing te vergelijken met het
aantal percelen. De veranderlijken zijn straatbreedte, prijs, perceels
grootte (breedte en diepte).
1. Een rechthoekig blok tussen twee evenwijdige straten, aan elkaar
grenzende zónes, begrensd door twee zijstraten. De lengte van de
zijstraat is dus 2 X de perceelsdiepte; aan de zijstraten staan geen
huizen. (Uit de formule volgt o.a. dat de straatbreedte van minder
belang is dan de straatlengte per perceel.)
2. Straat met doodlopende dwarswegen, met keerpunt aan het eind.
Percelen haaks op dwarswegen. De strekkende m per perceel is als bij
type l daar de bloklengte 2 X de breedte is. Maar de dwarswegen
kunnen eenvoudiger zijn en bovendien kan om het keerpunt een kring
van percelen worden gevormd. Deze indeling is veel gebruikt voor
Engelse tuinsteden.
3. Bij ruimte aan tuingrond. Een aaneengesloten huizenrij. Voor en
achter tuinen, even diep met de breedte van twee huizen, om en om
behorende bij een huis. Vier woningen hebben uitweg langs een pad
naar de straat. Achter de achtertuinen een pad. De zijwoningen uit
weg op dwarsstraat. (Dit type eist lange leidingen.)
4. Strookbouw. Aaneengesloten huizenrijen haaks op de straat. Vóór
de huizen paden, achter de huizen tuinen. Maximum lengte huizenrijen
(dus paden) 80 m.
5. Een dubbele laag percelen langs de straat. De huizen evenwijdig
met de straat, los van elkaar, de tweede rang is voor ieder tweetal
percelen met een pad tussen die van de eerste met de straat verbonden.
Voor verschillende vormen van bebouwing kunnen zo formules en
nomogrammen worden ontworpen met het doel te komen tot een op
timum. Voor leidingen zullen andere formules moeten worden ont
worpen. S. zegt dat niet de bedoeling is naar formules plannen te
maken, maar de kosten met formules te belichten.
Idem blz. 306 e.v. G. Schlechtendal, Herford. Het stellen van ka-
dasterbureau's in Nordrhein-Westfalen onder stads- en kringbestuur.
Bij wet van 30.4.1948 zijn in Nordrhein-Westfalen verschillende