157
diensten (kadaster, gezondheidsdienst, veterinaire dienst enz.) gesteld
onder de besturen van stad en kring (groep van gemeenten). Hier
over is veel gediscussieerd. Ons hier interesseert niet zozeer het histo
risch gegroeide in Duitsland als wel sommige parallelle ontwikke
lingen. Hierbij een onvolledig resumé zonder commentaar.
S.(chrijver) begint met te wijzen op de algemene kwalen van spe-
cialistendom en centralisatie en verwacht van deze maatregel een
betere samenwerking, een groter gevoel van samenhang en dienst
baarheid aan de gemeenschap. Vooral de eenzaam staande technische
diensten zijn aan het voortdurend gevaar blootgesteld alles te zeer
onder de enge gezichtshoek te zien van hun werk en de belangen
van de gemeenschap te vergeten. In Duitsland werd een streng gecen
traliseerde staat opgelost en bestuursbevoegdheden overgeheveld naar
gemeenten en kringen. Gezegd wordt van die centralisatieHet be
stuur heeft langzamerhand een toestand bereikt die zelfs voor de
vakman nauwelijks is te overzien. Het naast elkaar bestaan van diensten
heeft een bestuursvorm veroorzaakt die voor het volk niet meer te
begrijpen is. Hierbij komt, dat de enkele dienst de uniforme doel
stelling uit het oog verliest. S. ziet in het universaliteitsprincipe van
het kringbestuur een weg naar overzicht. Hij geeft voor het kadaster
drie punten die pleiten voor de maatregel
1. Eén stel plans.
2. De gemeentelijke landmeetk. diensten hebben tot nu toe een groot
deel van de kadastrale taak onder toezicht uitgevoerd. Bij bijna alle
grote steden ligt de uitvoering van hermetingen resp. successieve kaart-
vernieuwing, met de voorbereiding (meetk. grondslag), al tientallen
van jaren in handen van gemeentelijke diensten. Het kadaster nam
slechts over de catalogisering en de afwerking.
3. Behalve de bijhouding van de gemeentelijke mutaties, die ca. 60%
van alle mutaties uitmaken, brengen de gemeenten alle andere me
tingen voor verkeer, stadsuitbreiding enz., in verbinding met het
ambtelijke polygoonnet. Al deze metingen worden voor de voltooiing
van de Staatskaart gebruikt. S. vindt, dat al tientallen jaren de ka-
dasterbureau's onder deze gemeenten gesteld hadden moeten zijnwan
neer dit in 1873 was gebeurd, had dit zeer veel voor de vernieuwing
van het kadaster opgeleverd. Hij verwacht toeneming van prestatie bij
stedebouw, ruilverkaveling, wederopbouw. Door het betrekken van
kadasterbureau's in deze taken verandert de arbeid tot nu toe uit
sluitend gericht op angstvallige bewaring en verzekering van de onge
ordende toestand van de bezitsverhoudingen en wordt van statisch
dynamisch. En dat betekent tegelijkertijd inschakeling van de hoog
ontwikkelde kadasterspecialiteit in het geheel. Aan de wieg van het
kadaster stond de belasting. Door het grondboek werd het „eigendoms
kadaster". Deze laatste taak staat echter op het punt als gevolg van
maatschappelijke verschuivingen aan betekenis te verliezen. Het eigen
domsrecht wordt beperkt. Nu zijn er andere gebruikers van het ka
daster gekomen: besturen, planbureau's. Tot nu toe maakten deze dien
sten weinig gebruik van het kadaster wegens onbekendheid, wegens de