62
administratieve gedeelte. De Commissie heeft daarom haar conclusies
alleen samengesteld ^oor de kadastrale dienst, waarvoor zij in prin
cipe ook is ingesteld. Coördinatie van de belangen van alle Nederlandse
landmeetkundige diensten kan slechts worden bestudeerd door een com
missie op bredere basis, die zou moeten worden ingesteld door de
Nederlandse Landmeetkundige Federatie of bij voorkeur door de Re
gering.
Adviezen en inlichtingen over de personeelsorganisatie zijn bij
diverse personen en organen in binnen- en buitenland ingewonnen en
door deze ook in ruime mate en op bijzonder welwillende wijze ver
strekt. De Commissie spreekt hiervoor nogmaals haar grote dank uit.
Het lid van de Commissie de heer W. L. Lievaart heeft in een afzon
derlijke nota, die aan het slot van het rapport is opgenomen, enkele af
wijkende inzichten naar voren gebracht.
II. VOORSTUDIES
A. DOELSTELLING VAN HET KADASTER
De personeelsformatie van een dienst houdt ten nauwste verband
met zijn taak en zijn werkwijze, en bepalend voor zijn taak en zijn
werkwijze is weer zijn doelstelling.
Niet alle kadasters dienen eenzelfde doel. Daarom ligt het volkomen
op de weg van onze Commissie zich allereerst te bezinnen over het
doel van het Nederlandse kadaster. Hiervoor bestaat des te meer aan
leiding, omdat dit onderwerp in de afgelopen jaren in onze vereniging
wel enige malen in discussie is geweest, maar nog niet zijn beslag heeft
gekregen.
Een officiële doelstelling, passend voor ons tegenwoordige kadaster,
bestaat niet. Het is vooral Prof. Tienstra geweest, die met klem heeft
aangedrongen op een voorziening in deze leemte.
De commissie-Hof daarentegen vreesde, dat een in een wet of
koninklijk besluit vastgelegde doelstelling, hoe goed ook geformuleerd
voor het heden, in de toekomst wel eens begrenzend en daardoor rem
mend zou kunnen werken. Zij gaf daarom de voorkeur aan een taak
omschrijving, omdat deze volgens haar minder aan verandering onder
worpen zou zijn. De door haar opgestelde taakomschrijving heeft ze
neergelegd in een ontwerp-Koninklijk Besluit.
Onze Commissie voelt zich het meest aangetrokken tot het stand
punt van Prof. Tienstra. De verhelderende, richtinggevende en stimu
lerende werking van een duidelijke doelstelling moet h.i. niet worden
onderschat, terwijl ze het ook niet uitgesloten acht, de redactie zodanig
te kiezen, dat deze ruimte laat voor aanpassing aan met de tijd ver
anderende behoeften. Ook is het niet direct nodig haar in een wet te
verankeren. Herziening indien gewenst, behoeft dan niet op grote be
zwaren te stuiten.
Ter bepaling van de huidige doelstelling van het Nederlandse kadaster
lijkt het ons nuttig uit te gaan van het doel dat men bij de oprichting