163 Form. 19. Polygoonberekening; enkel- en dubbelmachine, enz. Uit fx en fy lengte- en dwarsfout op grafiek. Vergelijken met tolerans. fx en fy verdelen volgens lengten. Zonodig constante lengtefout ver rekenen. (Geen machinale foutverdelingtrap op trap af.) Aan sluiting aan ontoegankelijk punt. Form. 21. Knooppuntsberekening. Form. 21a. Meervoudige knooppunten. Geen voorwaardenvergelij- kingen maar „sachgemasse" verdeling van fouten. In praktijk weinig voorkomend. Er zijn nieuwe methoden. Bespreking methode Förstner. Form. 22. Meetpunten. Form. 23. Bogensnijpunt. Bepaling van een punt uit afstanden tot bekende punten. Uitzondering. Vereffening k.k. Een soortgelijke ver effening kan worden toegepast bij een knooppunt. In plaats van tegen spraken in de afstanden komen hier dan lengte- en dwarsfouten van de naar het knooppunt lopende polygonen ter vereffening, met ge wichten. Form. 24. Transformatie rechthoekige coördinaten. Form. 26. Trigonometrische hoogtebepaling. Form. 27. Snijpuntsberekening van enige bijzondere gevallen. Bijlage 1. Over middelbare fouten, foutenellips en tolerans. Bij vereffening van een snelliuspunt wordt aan het slot bepaald de m.f. in richting en coördinaten. Dan de wortel uit de kwadratensom van de coördinatenfouten, middelbare puntfout genoemd. Deze is on afhankelijk van de richting en een goed kenmerk van de nauwkeurig heid. Wegens het gering aantal overtollige waarnemingen is de m.f. in de praktijk onzeker. De foutenellips kan klein zijn en het punt toch onbruikbaar. Volgens Schreiber faalt de foutenellips totaal als middel tot beoordeling van een puntbepaling. De betekenis van de enkele rich ting blijkt niet, evenmin waar de werkelijke fouten zitten. Schreiber acht berekening van m, mx en mv overbodig. Tolerans. De tolerans moet beslissen over de bruikbaarheid van een meting. Nauwkeurigheid is middel tot doel. De tolerans is in wezen van economische, niet van technische aard. Hij moet uit de praktijk worden afgeleid. Gast heeft voorgesteld te onderzoeken of een waarnemingenreeks voldoet. Niet alle metingen met grote „fouten" verwerpen, maar slechts die, welke de toelaatbare grens van de verlangde frequentie over schrijden. Bijlage 2. Gebroken richtingen. Vooral belangrijk bij korte afstan den. De meervoudig gebroken richting lijkt op een polygoon, maar de hoeken moeten nauwkeuriger, de afstanden kunnen minder nauwkeu rig zijn. Onderscheiding van verschillende vormen. Verschillende voorwaarden, waaronder dezede brekingshoek mag niet meer dan 10 gr van een gestrekte afwijken. Enige regels: 1. Brekingshoek zo klein mogelijk. 2. De gebroken ook de meervoudig gebroken richting moet zo veel mogelijk lopen in de richting van de gezochte. 3. Afstand tot standpunt en

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 111