171 lijking van het ideaal, een landmeetkundig laboratorium aan de Land bouwhogeschool, waarvoor reeds plannen bestonden toen in 1918 de Landmeterscursus in Wageningen werd'opgericht. Speciaal betrof zijn dank de architect Röntgen, die er op zo'n voortreffelijke manier in ge slaagd is de eisen van de landmeetkunde met die van de aesthetica in overeenstemming te brengen. Prof. Kruidhof besprak de mogelijkhe den die het nieuwe gebouw voor de beoefening van de landmeetkunde biedt en gaf een overzicht van de betekenis van metingen en kaarten voor de bosbouw, de cultuurtechniek en de landschapsarchitectuur. Na de rede van Prof. Kruidhof werd namens de Rijkscommissie voor Geodesie gesproken door Prof. Dr. Ir. F. A. Vening Meinesz en door Prof. R. Roelofs, die de goede verstandhouding tussen Delft en Wageningen onderstreepte door het aanbieden van enkele instru menten uit de Delftse verzameling. Nadat burgemeester Mr. M. de Niet nog gelukwensen namens de Gemeente Wageningen had aangeboden, werd door Dr. Huizinga in de hal de openingsdaad verricht, door de onthulling van een gedenksteen met de inscriptie: „Deze steen getuigt van de dankbaarheid van de Landbouwhogeschool aan haar president-curator, Dr. Ir. D. S. Hui zinga, door wiens onvermoeide werkkracht dit gebouw verrees". Aan de voet van de trap naar de eerste verdieping werd door de president van het Wagenings Studentencorps nog de aandacht gevraagd voor de aanbieding van een voetstuk voor het veel omstreden beeldhouw werk van de Wageningse beeldhouwer Falise, „de Valk", dat jarenlang de gevel heeft gesierd van het gebouw aan de Rijksstraatweg, dat eerst studentensociëteit en later laboratorium voor landmeetkunde was. Voor de geanimeerde receptie, die de middag besloot, een aanvang nam, maakten velen van de geboden gelegenheid gebruik het gebouw te bezichtigen. Op de begane grond bevinden zich werkplaatsen voor instrument maker en timmerman, een donkere kamer en opbergplaatsen voor sta tieven en ander materieel. Via een ruime hal bereikt men de eerste verdieping, waar zich de goed geoutilleerde collegezaal, hoogleraars kamer, bibliotheek, kamers voor het wetenschappelijk personeel, voor fotogrammetrie en een ruime tekenzaal bevinden. De bovenste ver dieping wordt geheel in beslag genomen door een practicumzaal, waar van de zuidelijke muur bestaat uit een gebogen glazen wand. Vanuit ieder punt in de zaal kan men metingen verrichten op de vele richtpun ten die de Betuwe biedt. De speciale constructie van de trillingdempen- de vloer en de plafondverwarming waarborgen hier goede mogelijk heden voor het verrichten van metingen, welke mogelijkheden nog uitgebreid zijn door de 25 meter hoge toren, van waaruit men een ruim uitzicht heeft over de gehele omtrek. De indruk die het gebouw op de bezoeker maakt is zeer goed ge karakteriseerd door de woorden die Prof. Kruidhof deze middag sprak „Niet alleen Wageningen, maar ook Nederland kan er trots op zijn, dat dit zakelijke, sobere en toch intieme en schone gebouw op de grens van Betuwe en Veluwe kon verrijzen".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 119