71
io. de vorming van een vaste kern van meetarbeiders op maandloon of
als ambtenaar, waardoor deze hulpkrachten een betere practische
scholing ondergingen en veel kleine werkzaamheden te velde van
de landmeters konden overnemen, waardoor de metingen vlotter
verliepen.
b. Recrutering en opleiding
Landmetersgroep
Vóór 1919 was er geen van Rijkswege geregelde opleiding. In de
eerste jaren na de invoering van het kadaster geschiedde de benoeming
tot landmeter naar de uitslag van een vakexamen, waartoe werden
toegelaten candidaten die ten minste één jaar als surnumerair bij het
kadaster werkzaam waren geweest. Vrijgesteld van het examen waren
de houders van het diploma van landmeter, uitgereikt door de Poly
technische School te Delft.
In 1847 werd de (onbezoldigde) rang van adspirant-landmeter
ingesteld. Van toen af had de benoeming tot landmeter plaats uit de
adspirant-landmeters die waren geslaagd voor het examen van land
meter. Benoeming tot adspirant-landmeter geschiedde tot 1872 naar de
uitslag van een vergelijkend examen uit de surnumerairs met ten
minste een jaar kadastrale practijk. In 1872 verviel de verplichte voor
afgaande werkzaamheid.
De voortdurend toenemende eisen van nauwkeurigheid en betrouw
baarheid, door de maatschappij aan het kadaster gesteld, benevens de
sterke groei van de technische wetenschappen, waaronder ook de land
meetkunde, maakten het nodig ook de theoretische vakbekwaamheid
van de landmeters op een hoger peil te brengen. Vooral in de kring
der landmeters zelf werd deze noodzaak sterk gevoeld.
Een eerste stap in de gewenste richting was het verlenen van toe
stemming door het Departement van Financiën aan de adspirant-land
meters om gedurende een jaar de colleges in geodesie te Delft te
volgen, maar voldoende was deze maatregel niet.
Bevrediging brachten echter de besluiten der regering
1. tot instelling met ingang van het studiejaar 1919 van een landmeters
cursus aan de Landbouwhogeschool te Wageningen;
2. de adspirant-landmeters van het kadaster voortaan te recruteren uit
de afgestudeerden van deze cursus.
De duur van de cursus was 3J4 jaar. Opgeleid werd voor een alge
meen landmetersdiploma, niet speciaal voor de kadastrale dienst. Wel
bestond de grote meerderheid van de studenten uit toekomstige land
meters van het kadaster in Nederland en Indië. Jaarlijks kon nl. een
door de Minister van Financiën te bepalen aantal jongelieden met de
titel van candidaat-landmeter in opleiding worden genomen voor de
betrekking van adspirant-landmeter van het kadaster in Nederland.
Gegadigden moesten ten minste een jaar als volontair bij het kadaster
werkzaam zijn geweest en hadden zich te onderwerpen aan een verge
lijkend onderzoek. De candidaat-landmeters werden in de gelegenheid