94 a. Verzekering van puntenvoorwerpen voor verzekering en soort en wijze van plaatsing; natuurlijke grenzen; kunstmatige grenzen; het maken van afpalingsschetsen. b. Veelhoeksmetingdoel van veelhoeksmetingenverzekering van punten hoek- en lengtemetinghoogtemeting; coördinatenberekening en kennis van het regelen van instrumenten voor hoek- en afstandsmetingen. c. Detailmetingwijze van meten volgens de rechthoekige en de póolcoördi- natenmethode, alsmede met het planchet; het maken van meetschetsen en verzamelveldwerkde regeling van de instrumentende detailopneming van een klein gebied. 2e vakGrootteberekeningregisters en tabellengrootteberekening van perce len en gehele bladen uit coördinaten volgens de grafische methode en met de planimeter; invullen van voorkomende registers en tabellen. 3e vak: Topografische opneming met het planchetmaken van een overzichts plan; tekenen van alle vormen van afbeeldingen van ondergrond en voor werpen; opmaken van calques met plaatselijke benamingen; kennis van het regelen van het instrument en van het bepalen van de constantengrafische puntsbepalingtopografische opneming van een gebied op schaal i5000 of 1 10000. Tweede groep van vakken. 4e vak: Trigonometrische en tachymetrische werkzaamhedeninmeten van grenspunten; hoekmeten voor het bepalen van paspuntenvereffening. 5e vakFotogrammetrische werkzaamhedeninpassen van foto's in de stereo- planigraaf of orthograaf en het uitwerken ervan; kaarteren van grondboek en overzichtsplan. 6e vak: Topografische werkzaamhedenaanvullende opnemingen met het planchet en de identificering en beschrijving van het overzichtsplan. Derde groep van vakken. 7e vak: Bijhoudingorganisatie van de bijhouding; werkwijze; materiaal; prac- tische uitvoering van metingen voor de bij houding. Om in vak 7 examen te kunnen doen moet de candidaat reeds geslaagd zijn voor de vakken 1 en 2voor vak 6 is vereist, dat men het diploma voor vak 3 heeft gehaald. Hij, die het examen in een van de vakken heeft afgelegd, krijgt daarvoor een diploma „Vermessungstechniker". Het diploma geeft hem het recht de bij het vak behorende werkzaamheden onder leiding van een landmeter uit te voeren. Het diploma kan te allen tijde worden ingetrokken, indien de bezitter ervan zijn plicht verzaakt. BIJLAGE 3. Instructie voor het gebruik van personeel bij grondboekmetingen in Zwitserland. De metingen voor het grondboek (triangulatie IVe orde, detailmeting en bij- houding) kunnen alleen door landmeters worden uitgevoerd die een zogenaamd „Geometerpatentbezitten en in staat zijn de metingen persoonlijk te leiden. Sommige werkzaamheden kunnen door hulppersoneel („Vermessungstechniker" en tekenaars) worden verricht. In onderstaand overzicht, waarin de werkzaamheden in icó onderdelen zijn gesplitst, wordt met L aangegeven, wat de landmeter moet doen, met V wat de „Vermessungstechniker" meer mag doen dan de tekenaar en met T wat de tekenaar mag doen. Triangulatie IVe orde. a. Triangulatie. L. 1 Verkenning van het net. L. 2 Ontwerp van het net en plan van berekening. T. 3 Organisatie van het materiaaltransport. T. 4 Verzekering van de punten en opstellen van de-signalen en het opmaken van een schets met maten van het station.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 42