112 sollicitatie en keuze, na scherpe selectie en na een keuring voor lichamelijke geschiktheid. De grote meerderheid vindt de tegenwoordige opleiding en exameneisen voldoende (86%, N 80) en is voor een gedeeltelijk centrale opleiding (82% N 95). De exameneisen, zoals die door de Vereniging van Technische Ambtenaren van het Kadaster worden nagestreefd (opgenomen in haar orgaan van Februari 1947 en als bijlage op deze bladzijde aan dit rapport toegevoegd), wordt door 78% (N 92) der stemmen als te zwaar beoordeeld, terwijl 18% der leden ze juist vindt en 4% te licht. c. De grote meerderheid (71%, N 89) spreekt zich uit voor een ge lijke waardering van het kantoor- en het terreinwerk, met als con sequentie gelijke salariëring en gelijke of gelijkwaardige rangen. d. Men (74%, N 96) voelt geen behoefte aan een vakdiploma voor landmeetkundig rekenaar, maar is, bij eventuele instelling van dat diploma, voorstander van een gedeeltelijk centrale opleiding. e. Onder de „andere ideeën" is er een dat door een dertigtal leden, gedeeltelijk onafhankelijk van elkaar, naar voren wordt gebracht. Deze leden wijzen óf op de wenselijkheid óf op de waarschijnlijk heid van de invoering in de toekomst van een rang tussen de huidige l.a.A. en de geodetisch-ingenieur. Eén afdeling, bestaande uit veer tien leden, pleit voor twee scherp gescheiden groepen van personeel, nl. één groep van lagere amtenaren (tekenaars) en één groep van middelbare krachten (landmeetkundig-ambtenaren), voor welke laatste groep vereist moet zijn een diploma van een M.T.S. of vijf jarige H.B.S., alsmede een practijkopleiding van enige jaren, ge volgd door een practijkexamen. Enkele leden hebben eveneens aan de mogelijkheid van een tus senrang gedacht, maar zijn van mening, dat noodzakelijkerwijs de salariëring voor deze rang boven die van de huidige l.a.A zal moeten liggen, waardoor de economie, die zij reeds bij de onder punt a genoemde taakverdeling ernstig in twijfel trekken, geheel onhoudbaar wordt. Behoudens één uitzondering laten de voorstan ders zich niet uitdrukkelijk uit over de economische zijde van de door hen geprojecteerde personeelsbezetting. Andere leden verwerpen de tussenrang, omdat daarmede een toestand in het leven zou worden geroepen, die overeenkomt met die van vóór 1918, toen de opleiding tot landmeter aan de Landbouw hogeschool te Wageningen werd ingesteld. Dit zou dan een achter uitgang in plaats van een vooruitgang voor de landmeetkundige dienst betekenen. BIJLAGE Door de Vereniging van Technische Ambtenaren van het Kadaster voorgestelde exameneisen voor l.a.A. Theoretisch gedeelte. 1. Instrumenten Kennis van de bij de kadastrale dienst meest gebruikelijke meetinstrumenten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 60