113
prisma's, hoekmeetinstrumenten, afleesinrichtingen, waterpasinstrumenten,
tachymeters.
2. Natuurkunde
Onderwerpen uit de natuurkunde die voor een goed begrip van de sub i be
doelde instrumenten niet gemist kunnen worden, in het bijzonder dus die
over het licht.
3. Landmeetkundige berekeningen
Vertrouwdheid met landmeetkundig rekenwerk in de bestaande kadastrale
formulieren, de strenge vereffening van overtollige waarnemingen daarvan
uitgezonderd.
4. Recht en voorschriften
Kennis van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de Grondbelasting en andere
wetten, besluiten en voorschriften, voorzover deze kennis gewenst is voor de
uitoefening van de ambtelijke werkzaamheden.
5. 'Grondwerken
Enige kennis betreffende het vervaardigen en lezen van werktekeningen,
lengte- en dwarsprofielen, het berekenen van afmetingen van wegen en water
lopen, berekening van grondverzet.
Practisch gedeelte
6. Detailmetingen
Het volledig uitvoeren van alle voorkomende detailmetingen, het uitzetten
van grenzen aan de hand van bestaande veldwerken, het uitzetten van cirkel
bogen en overgangsbogen.
7. Het meten met hoekmeetinstrumenten
Het meten van hoeken voor de opneming van veelhoeks- en driehoekspunten,
excentrische opstellingen, centreringen, locale driehoeksmeting, het uitzetten
van hoeken met de theodoliet, het herstellen van gestoorde punten, indirecte
lengtemeting met de tachymetertheodoliet.
8. Waterpassen
Het uitvoeren van een doorgaande waterpassing, het opnemen van lengte
en dwarsprofielen en het uitvoeren van een kringwaterpassing.
H. REORGANISATIE VAN HET HOGER ONDERWIJS.
De Studiecommissie heeft ook kennis genomen van het rapport van
de Staatscommissie tot Reorganisatie van het Hoger Onderwijs, inge
steld bij K.B. van 11 April 1946, waarbij haar belangstelling in het
bijzonder is uitgegaan naar de daarin vermelde baccalaureaatsstudie.
De Staatscommissie was verdeeld in een aantal secties, die elk een
eigen verslag uitbrachten, terwijl een algemeen rapport, bevattende
de beschouwingen van de plenaire commissie, aan de rapporten van de
verschillende secties voorafging.
Het algemeen verslag pleit voor het invoeren van het baccalaureaats-
examen aan het einde van een verkorte afgeronde studie, waarbij voor
elke faculteit zal moeten worden nagegaan of de baccalaureaatsstudie
mogelijk en wenselijk is. Uitgebreide beschouwingen hierover geeft
het verslag van de Sectie B, „Verhouding Hoger Onderwijs tegen
over Maatschappij en Wetenschap", maar het treft ons, dat de Sectie
N, „Technische Wetenschappen", de kwestie van het baccalaureaats-
examen niet aanroert, maar daarentegen zeer interessante beschou
wingen levert over de wenselijkheid van een verkorte studie voor de
constructie- en bedrijfsingenieurs, tegenover een langere studie vöor
de speur- of researchingenieurs.