118 steeds worden getoetst aan de dienstbelangen en kunnen slechts worden verwezenlijkt, als ze parallel lopen of niet in conflict komen met de dienstbelangen. Dit houdt tevens in, dat de Staat voor het werk dat moet worden ver richt de geschiktste ambtenaren kiest en niet omgekeerd, dat het werk ondergeschikt wordt gemaakt aan de wensen van het personeel. Dit laatste zou ten onrechte een bevoorrechting van de personeelsbe langen boven die van de dienst inhouden. In de eerste plaats moet de personeelsformatie doelmatig zijn, dat wil zeggen, ze moet kwalitatief en kwantitatief berekend zijn op de taak die het personeel moet verrichten ter verwezenlijking van het ge stelde doel. Daarom is de „doelstelling van het kadaster" ook het eerste onderwerp geweest dat de Commissie heeft bestudeerd. Van fiscale instelling is het kadaster meer en meer geëvolueerd in een eigendomsadministratie. Hoofddoel is thanshet bevorderen van de rechtszekerheid. Voor de verwezenlijking niet alleen van dit hoofddoel, maar ook van de andere doelstellingen, is het nodig, dat het kadastrale werk niet alleen goed en tijdig wordt verricht, met andere woorden, dat het deugdelijk en „bij" is, maar ook, dat het publiek vertrouwen stelt in dat werk. Het een en ander eist niet alleen personeel van voldoende getal sterkte, maar bovenal personeel dat behalve over vakbekwaamheid en inzicht ook beschikt over geestelijke eigenschappen als toewijding en verantwoordelijkheidsgevoel en dat door zijn wijze van optreden bij het publiek vertrouwen weet te scheppen. Dit zijn alle punten van belang bij de recrutering, de opleiding, de tewerkstelling, de taakverdeling, de bevordering en rangenindeling van het personeel. In de tweede plaats moet de personeelsformatie economisch zijn, dat wil zeggen, de samenstelling moet zodanig zijn, dat de totale kosten van de dienst niet meer bedragen dan voor doelmatige uitvoering van de diensttaak nodig is. Dit is een eis die voor alle overheidsinstellingen geldt en die voor ons land des te gebiedender is geworden door de ge volgen van de tweede wereldoorlog. Ook bij de behandeling van de Rijksbegrotingen van de laatste jaren in de Staten-Generaal is de kadastrale personeelsformatie behalve uit een oogpunt van doelmatigheid dan ook steeds bekeken vanuit de eco nomische gezichtshoek. Op economische overwegingen is ook gebaseerd de dikwijls gelan ceerde stelling, dat geen werkzaamheden moeten worden verricht door hoger gesalarieerd personeel, die even goed en goedkoper kunnen wor den gedaan door lager bezoldigd personeel. De toepassing van deze stelregel is echter aan zeer bepaalde grenzen gebondenwat aan uit voeringskosten op een bepaald onderdeel bespaard wordt, mag niet weer op andere wijze verloren gaan, bijvoorbeeld aan extra-controle of aan meer kosten van andere onderdelenvan belang zijn slechts de kosten van het geheel.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 66