121 heeft, zou, indien het de gemiddelde personeelsbezetting van de West- Europese landen zou hebben, in de grafiek verplaatst moeten worden naar punt A. Dat wil zeggen, dat zijn personeel dan meer dan twee maal zo groot zou zijn als thans. Tegen dit verbluffende resultaat is in te brengen, dat de hoeveelheid personeel niet alleen afhankelijk is van de bevolkingsdichtheid, maar ook van tal van andere factoren, zoals van de sociografische toestand, van de terreinsgesteldheid en van de vervoersmogelijkheden van het 30 Noord-Rijnland Westfalen 28 26 24 22 20 Luxemburg- België Neder-Saksen 12 Nederland Frankrijk Zweden 400 O 100 300 200 aantal inwoners per km2 personeel te velde. Aan de andere kant wordt het resultaat echter weer gunstiger, wanneer er rekening mee wordt gehouden, dat landen als België en Frankrijk met hun belastingkadasters veel eenvoudiger en dus sneller kunnen werken dan de overige landen, waar het kadaster ook bij de eigendomsregistratie een taak vervult, en dat in Frankrijk bovendien nog een deel van de kadastrale werkzaamheden wordt uit gevoerd door particuliere landmeters, die in de grafiek niet zijn ge calculeerd. Vorenstaand resultaat moge geen aanspraak kunnen maken op ab solute nauwkeurigheid, het duidt toch zonder twijfel op een goedkope organisatie van de Nederlandse landmeetkundige dienst en maant op zijn minst tot grote voorzichtigheid bij het aanbrengen van principiële veranderingen in de personeelsformatie.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 69