124 daardoor minder economisch werken dan grotere kantoren, acht de Commissie het gewenst en uitvoerbaar, dat de bureau's te Sneek, Zie- rikzee, Brielle en Gorinchem, aan elk waarvan slechts één landmeter is verbonden, worden opgeheven. De bezwaren, die zonder twijfel door publiek, notarissen, boeren leenbanken, gemeente- en polderbesturen en andere instellingen tegen deze opheffing zullen worden ingebracht, moeten in een land als Ne derland met zo uitstekende communicatiemiddelen niet te serieus wor den genomen. Het aantal bureau's van de gewone dienst wordt voor de toekomst daarom op 29 gesteld. Ad. b. De landmetersbezetting van de dienst voor buitengewoon landmeetkundig werk en van de ruilverkavelingsdienst (zie personeels- overzicht op blz. 98/9is thans 12 resp. 43 (waaronder één ingenieur verificateur) en is nodig om het vereiste werk te kunnen afdoen*). Er moet evenwel rekening mee worden gehouden, dat om landbouw kundige en sociaal-economische redenen het aantal ruilverkavelingen in de toekomst moet worden uitgebreid met 50 waardoor het aantal landmeters van de ruilverkavelingsdienst evenredig zal moeten stijgen. In het aantal landmeters bij de dienst voor buitengewoon landmeet kundig werk wordt voorlopig geen verdere uitbreiding verwacht, zodat de toekomstige landmetersbezetting bij de twee hier genoemde diensten kan worden gesteld op 12 64 76 (waaronder één ingenieur verificateur van de ruilverkaveling). Ad. c. Als basis voor haar becijfering stelt de Commissie de gemid delde leeftijd van benoeming tot hoofd van bureau bij de gewone dienst °P 45 Jaar- Deze leeftijd ligt in de practijk weliswaar hoger, maar dit wordt, gezien de in de regel grotere vitaliteit van jongere ambtenaren, als minder juist geoordeeld. Bij de hier aangehouden gemiddelde leeftijd van 45 jaar wordt de landmeter dus na ca. 20 dienstjaren hoofd van bureau en blijft even eens ca. 20 jaren in deze functie werkzaam. Ad d. Het aantal hoofdambtenaren is thans 6 (zie voetnoot). Aan genomen wordt dat gemiddeld 3 van deze functionarissen voortkomen uit de landmeters van de gewone dienst. Ad e. De Commissie acht het noodzakelijk dat, alvorens een land meter wordt geplaatst bij de dienst voor buitengewoon landmeetkundig werk of bij de ruilverkavelingsdienst, deze minstens 6 jaar bij de gewone dienst werkzaam moet zijn geweest. Bij overgang naar de ruilverkavelingsdienst is het wenselijk, dat van deze stagetijd één jaar wordt doorgebracht bij de dienst voor buitengewoon landmeetkundig werk. In de hierna volgende berekening zal eenvoudigheidshalve ech ter dit jaar worden verwaarloosd. In het voorgaande is vastgesteld, dat bij de dienst der ruilverkave- De op blz. 110 wenselijk geachte ingenieur.verificateur voor de dienst voor buitengewoon landmeetkundig werk kan in de hier uit te voeren becijfering ge voeglijk verwaarloosd worden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 72