135 moeten worden verstrekt en dat deze zich in het werk moet inwerken. Door deze werkwijze aan te houden kan het aantal kantoortekenaars van de gewone dienst dat de metingen voor hun collega's te velde zou moeten afwerken, op nul worden gesteld. Door zoals op blz. 126 is gebeurd de gemiddelde meetcapaciteit van een hoofd van bureau op ^3 van een normale landmeter te stellen, wordt het aantal van 141 benodigde landmeters van de gewone dienst omgerekend tot 141 29 X 2/3 121 volledige landmeters. Vervol gens wordt aangenomen, dat een landmeetkundig-ambtenaar gemiddeld beslag legt op van de tijd van de landmeter. Dat wil zeggen, dat er over het gehele land 405 8 landmeters zelf geen metingen zullen uitvoeren en dat er nog overblijven 121 8 113 volledig metende landmeters. De practijk heeft uitgewezen, dat op elke landmeter gemiddeld 2 tekenaars nodig zijn voor afwerking van de metingsstukken, bijwer king, administratie en controle en instandhouding van het archief. Hieruit volgt, dat de tekenaarsbezetting bij de gewone dienst zal moeten zijn 2 X 113 226 man. De dienst van de ruilverkaveling. Zoals op blz. 124 reeds is vermeld, zal in de naaste toekomst de dienst van de ruilverkaveling met 50% worden uitgebreid. Houden we als grondslag hiervoor aan de bezetting van eind 1952, dan zal het aantal tekenaars van deze dienst moeten worden D/i X 65 97. Hieraan is echter de volgende restrictie verbonden. De dienst van de ruilverkaveling kent niet die regelmaat in zijn werkzaamheden als bijvoorbeeld de gewone dienst, waardoor niet ver meden kan worden, dat er perioden voorkomen waarin een teveel, en andere perioden waarin een tekort aan kantoorwerk op een bepaald bureau aanwezig is. Om deze ups en downs te nivelleren kan het best een deel van het kantoorwerk van deze dienst worden verricht op het centrale teken- en rekenbureau, waar al het eenvoudige routine werk dat spoed vereist en waarvoor op het betrokken ruilverkavelings bureau op dat moment onvoldoende personeel aanwezig is, kan worden uitgevoerd. De Commissie stelt daarom voor het personeel van het centrale teken- en opleidingsbureau met 13 man uit te breiden ten koste van het kantoorpersoneel van de ruilverkavelingsdienst. Het aantal tekenaars bij de dienst van de ruilverkaveling zal daardoor wor den 97 13 84. Door het centrale tekenbureau voor de behandeling van het routine werk van de ruilverkavelingsdienst te gebruiken wordt evenwel niet voorkomen, dat op een ruilverkavelingsbureau momenten optreden, waarop veel buitenwerk en weinig kantoorwerk of omgekeerd weinig buitenwerk en veel kantoorwerk moet worden uitgevoerd. Om ook dit te ondervangen is het raadzaam bij deze dienst relatief veel personeel in te schakelen dat beide soorten werk kan uitvoeren en dat gevonden wordt in de landmeetkundig-ambtenaren die belast kunnen worden met veldwerkzaamheden. Het aantal, dat voor deze ambtenaren op

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 83