136
biz. 133 werd bepaald op 66, zou daarom beter verhoogd kunnen worden
tot 80, waardoor het aantal tekenaars wordt teruggebracht tot 70.
De dienst voor buitengewoon landmeetkundig werk.
Naar de stand van eind 1952 is het aantal tekenaars bij de dienst
voor buitengewoon landmeetkundig werk 21. De meeste bureau's van
deze dienst hebben 4 man kantoorpersoneel, welk aantal ook voor de
overige bureau's als norm kan worden aangehouden. De totale teke
naarsbezetting van deze dienst wordt daardoor 6 X 4 24 man.
Het aantal lagere meetkrachten bij de dienst voor buitengewoon
landmeetkundig werk is 48. Of dit aantal ten opzichte van de 12 land
meters bij deze dienst verder kan worden opgevoerd is niet zeker.
Veiligheidshalve wordt daarom het bestaande aantal van 48 lagere
meetkrachten aangehouden.
De bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting
De Commissie kan niet beoordelen, of de personeelsbezetting van
deze dienst nog wijzigingen behoeft; zij houdt daarom de huidige
bezetting aan, die bestaat uit 2 landmeters (waarvan eind 1952 één
vacant), 4 lagere meetkrachten en 2 kantoortekenaars.
Het centraal teken- en opleidingsbureau.
De wijziging in de personeelsbezetting van het centraal teken- en
opleidingsbureau werd reeds besproken bij de dienst van de ruil
verkaveling.
He spreekt vanzelf, dat ook de dienst voor buitengewoon landmeet
kundig werk en de gewone dienst van het centraal teken- en reken-
bureau gebruik kunnen maken voor het uitvoeren van werkzaamheden
waarvoor het directe toezicht van de betrokken landmeter kan worden
ontbeerd. Voor de gewone dienst zal deze hulp slechts van beteke
nis kunnen zijn bij het uitvoeren van grote, niet:alledaagse werkzaam
heden, zoals bijvoorbeeld het vernieuwen van bijbladen.
Overzicht van de personeelsbezetting, zoals die in de naaste toekomst
zal moeten zijn.
dienstonderdeel
landmeters landmeetk.
tekenaars
totaal
ambt. veld
gewone dienst
141
40
226
407
dienst van de ruilverkaveling
63
80
70
213
dienst voor buitengew. landmeetk.
werk
12
48
24
84
dienst van de Rijksdriehoeksmeting
2
4
2
8
centraal teken- en opleidingsbureau
2
25
27
totaal
220 (187)
172 (120)
347 (300)
739 (607)
De in de tabel tussen haakjes geplaatste aantallen geven de perso
neelssterkte weer naar de toestand van eind 1952.
De totale personeelssterkte moet nog worden aangevuld met 1 in
specteur van de hypotheken en het kadaster (plus 2 toegevoegde land
meters en 2 tekenaars) en 6 (5) ingenieurs-verificateur, waardoor deze
wordt 750 (617).