60 van K. en L,. nu ook juist bij uitstek bevoegd achten te rapporteren over het vraagstuk van de kadastrale personeelsformatie. Met onze bereidverklaring hebben we slechts een goede traditie in K. en L. willen volgen, een traditie die voorschrijft, dat een lid zonder gewich tige redenen niet terzijde blijft, als de vereniging meent een beroep te moeten doen op zijn tijd, zijn kunde, zijn ervaring of zijn werkkracht. Overigens is het, geloof ik, met geen van ons zo, dat hij denkt de oplossing van het probleem dat U ons hebt voorgelegd, reeds in de zak te hebben. Dat hebt U ook niet van ons verwacht, want dan had U het niet nodig gevonden ons hier te verenigen in een .sfwcKecommissiri En studeren betekent in ons gevalin eendrachtige samenwerking het probleem grondig ontleden en van alle kanten en in al zijn onderdelen bekijken, zoveel mogelijk kennis nemen van alles wat over het vraag stuk reeds 's n°S wordt gepubliceerd, het inwinnen van adviezen bij diegenen op wier oordeel we in het bijzonder prijs stellen, het dank baar aanvaarden van beschouwingen van allen die menen een bijdrage voor de oplossing van het probleem te kunnen leveren, het instellen van een onderzoek naar de wijze waarop men bij buitenlandse kadasters en bij vergelijkbare diensten in het eigen land de personeelsformatie heeft geregeld, het ordenen en beoordelen van al deze gegevens, het ontwikkelen van eigen inzichten en tenslotte het trekken van conclusies. Mijnheer de Voorzitter, het is allerminst mijn bedoeling geweest met het voorgaande een werkschema voor de commissie aan te geven. Dat is iets wat de commissie zelf heeft te regelen. Wel heb ik met mijn opsomming willen duidelijk maken, hoe in globale trekken m.i. onze werkwijze zou kunnen zijn en ook, dat ik persoonlijk de opdracht die U ons hebt gegeven allerminst als gemakkelijk en eenvoudig zie. Wie er anders over mocht hebben gedacht, zal trouwens na kennis neming van Uw installatierede wel overtuigd zijn geworden van de ingewikkeldheid en veelzijdigheid van het probleem. De vele punten die U hebt aangeroerd zullen in onze commissie stellig een onderwerp van ernstige studie vormen. Maar U zult het volkomen met mij eens zijn, dat ik op dit ogenblik op geen enkel van die punten inga, want ik acht het met U een voordeel, dat onze com missie, haar werkzaamheden aanvangende, geheel bestaat uit leden die zich tevoren nog door geen enkele uitspraak of publicatie hebben vast gelegd. Ik acht dit een voordeel, omdat wij ons daardoor meer onbe vangen en objectiever kunnen stellen tegenover de opdracht van dit ogenblik. Een dergelijke instelling kan aan de geest van samenwerking m onze commissie en aan de resultaten van haar arbeid slechts ten goede komen. Het spreekt vanzelf, dat wij ons ieder over bepaalde onderdelen van onze opdracht al een min of meer vaststaande mening hebben gevormd. Maar we moeten allen de ernstige wil en de zedelijke moed hebben niet eenmaal, maar zo nodig meermalen, een eenmaal ingenomen standpunt te verlaten, als het verloop van ons gemeenschap pelijk onderzoek onze inzichten mocht wijzigen of verhelderen. Alleen door zo te werken maken we ons de naam van studiecommissie wer kelijk waardig.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 8