144
onderzoek op 40-, 45- en 50-jarige leeftijd tot dezelfde rang op te
klimmen.
Hoewel de splitsing in landmeetkundig-ambtenaren voor de kantoor
dienst en in die voor de velddienst in de toekomst reeds vroegtijdig zal
geschieden en daarmee al tegemoet is gekomen aan eerder geuite wen
sen (blz. 74 en 76), zou de Commissie nog een stap verder willen gaan
en volledig willen breken met de recrutering van het velddienstperso-
neel uit dat van de kantoordienst.
Dit systeem was logisch toen de assistentie te velde nog in het
stadium van proefnemingen verkeerde. Nu de assisterende ambtenaar
te velde definitief is ingevoerd, verdient het naar de mening van de
Commissie aanbeveling, deze kracht voortaan rechtstreeks te recruteren
uit de vrije maatschappij.
Door aparte oproepingen voor de binnendienst en voor de buiten
dienst wordt bereikt, dat de candidaten direct zekerheid krijgen over de
aard van de aangeboden werkkring en kunnen bepalen, of deze over
eenstemt met hun ambities. Veel onrust die thans onder het jongere
personeel heerst over de vraag of men te zijner tijd al of niet voor
de velddienst zal worden aangewezen en vele daaruit voortvloeiende
teleurstellingen, die niet bevorderlijk zijn voor de verdere arbeidslust
en goede geest in de dienst, worden daardoor voorkomen.
Een zeer belangrijk voordeel van deze gesplitste recrutering is ook,
dat niet voortdurend de kantoordienst wordt afgeroomd ten behoeve
van de velddienst en dat men bij de keuze van zijn mensen ten volle
rekening kan houden met de speciale eisen die men aan iedere cate
gorie wil stellen, niet alleen ten aanzien van kennis en aanleg, maar
ook wat bepaalde geestelijke en lichamelijke eigenschappen betreft.
Overigens ziet de Commissie beide groepen van personeel als volkomen
gelijkwaardig en de thans heersende gelijkheid van rangen en promotie
kansen zou zij ook onveranderd willen handhaven.
Ook de man van de buitendienst zou moeten beginnen met het ont
vangen van een volledige tekenaarsopleiding aan het 'C.T.O., dan enige
jaren als kantoortekenaar practisch werkzaam moeten zijn, om pas
daarna in de velddienst geplaatst te worden. Mocht daarbij onverhoopt
blijken, dat hij voor dit onderdeel van de dienst toch minder geschikt
is, dan zou hij weer belast kunnen worden met kantoorwerkzaamheden.
Waarschijnlijk zou het de voorkeur verdienen het toekomstig per
soneel van de binnendienst en dat van de buitendienst aan het C.T.O.
in afzonderlijke klassen op te leiden. In sommige opzichten zou deze
opleiding dan reeds kunnen worden aangepast aan de speciale be
stemming van de leerlingen. Het zou ook mogelijk zijn in bepaalde
jaren alleen een cursus te geven voor kantoortekenaars, in andere jaren
een cursus uitsluitend voor personeel van de buitendienst.
De huidige tekenaarsopleiding aan het C.T.O. heeft de instemming
van de Commissie. De wens werd geuit, dat deze opleiding bij voort
during ten volle rekening zal blijven houden met de behoeften van
de practijk en opgemerkt werd, dat het voor de practijk zeer belangrijk
is, dat de aankomende tekenaars van meet af een grondige training