148 maakt het oneconomisch hiervoor een nieuwe opleiding in het leven te roepen. Hoewel de ondergetekende slechts een geringe ervaring heeft met metende landmeetkundig-ambtenaren, is het zijn mening, dat de ge wone dienst meer behoefte heeft aan goed opgeleide middelbare krach ten. De huidige ambtenaren zijn niet alleen reeds dicht tot hun salaris maximum genaderd wanneer zij als metend ambtenaar bij de gewone dienst komen (waardoor derhalve hun groep in haar geheel vrij spoedig duur is, in tegenstelling tot een groep die over de gehele salaris schaal verspreid zit), maar zij hebben hun technische opleiding uit sluitend gehad bij diensten die geheel in een meetkundige grondslag werken. Hierdoor is hun instelling ten opzichte van een gewone dienst- meting geheel anders en zullen zij deze, wat betreft de drie klassieke eisen, vooral ten aanzien van oude plans, opnieuw moeten leren. Der halve is het economischer een dergelijke opleiding en practische vor ming op jongere leeftijd te geven aan de bureau's van de landmeetkun dige dienst, zoals ook de adjunct-landmeter zijn practijk opdoet bij deze dienst. Aangezien het kadaster een dienst is op het aanrakingsvlak van techniek en administratie, die ook veel werk verricht ten behoeve van andere instellingen, is het niet juist te achten, dat metende ambtenaren een overwegend technische opleiding hebben. Zonder enig begrip waar voor een meting dient en waarom bepaalde gegevens opgenomen moe ten worden, is een juist en vlot meten niet mogelijk. Blijkens het rapport is de Commissie van oordeel, dat dit alléén weggelegd behoort te zijn voor de landmeters van het kadaster. Gezien het grote aantal posten dat per dag door hen wordt afgedaan, heeft de ondergetekende de indruk, dat deze overwegend van meer eenvoudige aard zijn. Hij kan niet inzien, dat de uitvoering en het inzicht hierin uitsluitend bij de landmeter, geodetisch-ingenieur, moet berusten. Hij is van mening, dat er voldoende vraagstukken aanwezig zijn, méér kennis en kunde eisend, die heden slechts ten dele in be handeling genomen worden en dan nog verspreid over vele hogere ambtenaren. Wanneer, wat hun opleiding betreft, middelbare krachten aanwezig zijn de ondergetekende acht een aantal van 70 gewenst die een groot gedeelte van de werkzaamheden dat thans nog door de landmeter of geodetisch-ingenieur verricht wordt, overnemen onder diens lei ding en toezicht, zal de dienst het maximale profijt kunnen trekken van zijn hogere ambtenaren. Hierdoor zal laatstgenoemde groep meer een positie verwerven waarvoor zij is opgeleid en bestemd. Verschuiving bij de uitvoering van werkzaamheden van hoger naar middelbaar en lager personeel vindt in verschillende ambtelijke dien sten meermalen plaats en is in de kadastrale dienst ook meermalen voorgekomen, vooral bij de kantoorwerkzaamheden. Naar de onder getekende meent, zal dit echter geleidelijk moeten geschieden, aange past aan de eigen eisen van de veldwerkzaamheden in de verschillende landstreken. Het Westen met zijn polderland en grote steden zal een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 96