61
Mijnheer de Voorzitter, ik wil het bij deze zeer algemene opmerkingen
laten. Ik dank U uit naam van de commissie voor de vriendelijke en
waarderende woorden waarmee U ons hier hebt willen installeren.
Ik hoop, dat ons van de bestuurstafel een even grote vriendelijkheid
en waardering zal toeklinken, als we te zijner tijd het resultaat van ons
onderzoek op Uw tafel hebben mogen deponeren. Wanneer dat zal zijn,
kan ik uiteraard nog niet zeggen. Wel wil ik U beloven, dat wij met
gepaste voortvarendheid zullen arbeiden".
De commisie is als volgt samengesteld
voorzitter: J. F. Greve, landmeter ie klasse van het kadaster,
hoofd van het bureau voor buitengewoon
landmeetkundig werk te Groningen
secretaris: A. Daanje, landmeter ie klasse van het kadaster aan
het bureau van de landmeetkundige dienst
te Eindhoven
ledenC. D. Wolters, ingenieur-verficateur van het kadaster te
Arnhem
Ir. M. H. Warners, landmeter ie klasse van het kadaster aan
het bureau ruilverkaveling te Arnhem
landmeter ie klasse van het kadaster aan
het bureau van de landmeetkundige dienst
te Assen
ingenieur bij de dienst van openbare wér
ken der gemeente Rotterdam
landmeter van het kadaster aan het bureau
van de landmeetkundige dienst te
Maastricht.
De Commissie is haar taak begonnen met de bestudering van de
onderwerpen die voor de probleemstelling van belang konden zijn. De
voornaamste resultaten van deze voorstudies zijn in de regel in
beknopte vorm opgenomen in hoofdstuk II van het rapport. De
conclusies die hieruit voortvloeien zijn verwerkt in het eigenlijke rap
port (hoofdstuk III tot en met VI).
Niet alle voorstudies bleken achteraf die waarde te hebben als werd
verwacht; desniettemin zijn ook deze opgenomen, omdat zij mogelijk
gegevens voor andere studies bevatten.
In hoofdstuk III is weergegeven het fundament waarop de 'Com
missie heeft gemeend haar conclusies te moeten opbouwen. Op deze
fundering en aan de hand van de constructiemogelijkheden die uit de
resultaten van de voorstudies voortvloeien, is het gebouw van de per
soneelsformatie ontworpen en weergegeven in hoofdstuk IV en V.
Ook is aangegeven, waarom andere constructies minder solide of on
juist blijken te zijn. Hoofdstuk VI bevat tenslotte een beknopt over
zicht van de belangrijkste door de Commissie getrokken conclusies.
Het is de Commissie gebleken, dat de taak en de organisatie van dê
kadastrale en niet-kadastrale landmeetkundige diensten in veel opzich
ten van elkaar afwijken, en wel in het bijzonder in het juridisch;
G. Smit,
W. L. Lievaart,
G. Homan,