NOORDOOSTPOLDER 213 de Rijksdriehoeksmeting was het mogelijk, dat deze dienst reeds in de winter 1941-1942 een reeks van punten bepaalde, verspreid over de Meerdijk en het punt Kraggenburg (lichthuis oude uitmonding Zwarte Water, thans in de polder gelegen). Bovendien herzag deze dienst de coördinaten van de RD.-punten van Schokland en de toren van Vollenhove (afwijkingen in cm resp. 5 en 5 o en 3). Daar deze RD.-punten voor de Oost- en Noordoostkant van de polder nog te ver weg lagen, waren wij gedwongen snelliuspunten te LEMMER SCHAAL L250000. BESTAANDE DORPEN. STEDEN. I GEPROJECTEERDE DORPEN I IJSSEL- RUTTKN KUINRE BLANKENHAM CREIL iOKZIJL •EES; 'UTTJ ESPEL EMMELOORD MARKNESSE TOLL BLEK iLLENHQVE URK NAGELE ENS MEER bepalen, hoofdzakelijk uit de RD.-punten op het oude land. De rich- bepalen, tingen waren daardoor voor de eerste punten zeer eenzijdig verdeeld. Dit betekende dus een extrapolatie. En bij de tweede gordel snellius punten werd die extrapolatie noodgedwongen voortgezet. Doch toen we constateerden, dat een snelliuspunt als polygoonpunt berekend het beter deed, meenden we hierin een bewijs te zien, dat we de grens van toelaatbare extrapolatie reeds hadden overschreden. Toch is later ge bleken, dat de extrapolatie zeker niet de enige oorzaak was. In 1943 bepaalde de Bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 41