FO TOGRAMME TRIE
Prof. Dr. Ir. W. SCHERMERHORN:
Indrukken van het congres der Internationale Vereniging
voor Fotogrammetrie te Washington in September 1952
Inleiding.
Op de ontwikkelingsweg van de fotogrammetrie zijn de internatio
nale congressen gelijk rustplaatsen, waar men zich verplicht voelt de
balans op te maken van hetgeen sedert het voorgaande congres is ge
daan. Wie, zoals de schrijver, bovendien het voorrecht heeft gehad
aanwezig te zijn bij alle congressen die gehouden zijn sinds de eerste
wereldoorlog te beginnen met het congres in 1926 in Berlijn
gaat een stap verder en laat de gehele ontwikkeling aan zich voorbij
gaan. Bij ieder congres brengen de industrie en de nationale vereni
gingen datgene naar voren, wat zij als de belangrijkste vooruitgang
van de laatste jaren beschouwen. Het is te begrijpen, dat menig in
strument dat met veel enthousiasme aangekondigd werd, nu óf hele
maal verdwenen is óf onherkenbaar is veranderd, terwijl menige toe
passing die eens grote indruk maakte, nu ergens in een archief is op
geborgen.
Om de volledige betekenis te beseffen van hetgeen het congres van
1952 heeft laten zien, zou het nuttig kunnen zijn die punten te onder
zoeken die het karakter van de opeenvolgende congressen hebben be
paald en welke instrumenten of problemen toen onze volle aandacht
hadden.
Tot op zekere hoogte is het aan te raden dit niet te doen aan de
hand van het Internationaal Archief voor Fotogrammetrie, dat speciaal
voor de congressen van 1930 en later een juist beeld geeft, maar door
eigen persoonlijke herinnering te raadplegen. Hier zult U de overblijf
selen vinden van hetgeen eens de meeste indruk maakte.
Historisch overzicht.
We krijgen dan eerst de bijeenkomst in 1926 in Berlijn, die in één
verband beschouwd moet worden met de belangrijke bijeenkomst en
tentoonstelling ter gelegenheid van de Internationale Luchtvaart Ten
toonstelling, eveneens in Berlijn, in 1928 (I.L.A.).
De fotogrammetrie in Europa werd in die tijd, evenals vele jaren
daarna, nog altijd volledig beheerst door de constructie van de instru
menten. Europa had de fotogrammetrie van die kant aangepakt. De
stereoplanigraaf van Zeiss C3 werd in die tijd bijna in de schaduw
gesteld door de aerocartograaf van Hugershoff, die beschouwd werd
als een verbetering van de enorme autocartograaf. Hugershoff had het
Vertaling van de in het Engels gestelde publicatie in Photogrammetria IX,
1952-53, nr. I.