244 Het betreft hier derhalve louter een beperking van de eigendom, waartegenover evenwel de belangrijke voordelen staan van een ver hoogd producerend vermogen van de gronden. De genoemde percentages van 5 in artikel 12 en artikel 13 van het ontwerp staan voorts ook niet op één lijn. Het laatste percentage betreft een collectieve aftrek, terwijl het percentage, genoemd in arti kel 12 sub 3, slechts een individueel karakter heeft, nodig voor het pasklaar maken van de kavels, welke bepaling lang niet algemeen en steeds met grote zorg wordt gehanteerd. Ten aanzien van de toepassing en uitwerking van deze collectieve aftrek zijn verschillende systemen mogelijk, waarop ik thans niet inga. Tenslotte meen ik, dat het niet juist is, in artikel 13 sub 3 het bedrag dat in de ruilverkavelingskas wordt gestort, af te stemmen op de schattingswaarde. Immers met de aldaar genoemde „waarde" kan, bij gebreke van een nadere bepaling, slechts de schattingswaarde be doeld zijn. Hier dient de verkoopwaarde te worden vergoed, dan wel de schattingswaarde met bijslagen. Tevens dienen de schadelijke facto ren door middel van schadeloosstellingen dan wel op andere wijze te worden opgeheven. In de praktijk wordt deze weg ook gevolgd. Hetzelfde dient naar mijn mening te gelden, wanneer kavels aan een gemeente worden toegedeeld, die in een goedgekeurd uitbreidingsplan liggen en als bouwterrein bestemd zijn. Er is dan geen reden voor, dat de gemeente deze gronden tegen de schattingswaarde deelachtig wórdt. Immers bij aankoop of onteigening had de gemeente ook een hogere prijs moeten betalen. Dit heeft ook zijn consequenties ten opzichte van hen die gronden hebben liggen in zulk een uitbreidingsplan. In de praktijk is het nu zo, dat dezulken bij voorkeur willen, dat deze gronden in het uitbrei dingsplan blijven liggen, daar zij liever geld zien en zich van de toe komst weinig aantrekken. Volgens de wet zal men met hun wensen rekening hebben te houden, ofschoon zij eigenlijk tegen zichzelf zou den moeten worden beschermd, voor zover het eigen-gebruikers be treft. Het gevolg is echter, wanneer aan de gemeente een kavel wordt toegedeeld en de overigen ook hun gronden in de uitbreidingssector willen laten blijven, dezen noodzakelijk onderbedeeld zullen moeten worden. Het zal echter evenzeer onbillijk zijn, wanneer zij deze onderbedeling vergoed krijgen op basis van de schattingswaarde, terwijl de gemeente een hogere waarde in de ruilverkavelingskas heeft te storten. In Zwitserland heeft men in het kanton Aargau een andere methode gevolgd, door wel uit te gaan van de algemene landbouwkundige schat tingswaarde, waarbij echter tevens voor verschillende zones in het vastgestelde uitbreidingsplan een bouwterrein-toeslag per m2 werd vast gesteld en wel van Fr. 2, Fr 1.50 en Fr. 1 naar gelang van de belang rijkheid der zóne. Volgens Jorg Ursprung2) is dit systeem aldaar 2) Jörg Ursprung: „Die Berücksichtigung der Baulandwerte im Güterregulie- rungsverfahren in „Plan", Schweiz. Zeitschrift für Landes-, Regional- und Ortsplanung, Nr. 5, 1952.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 22