256 voortaan verplicht behoort te zijn, ook voor publiekrechtelijke lichamen. Voor deze mening is in het Voorlopig Verslag een beroep gedaan op het feit, dat de rechtszekerheid op het gebied van onroerend goed door een dergelijk voorschrift wordt bevorderd, terwijl daarbij is ver wezen naar de bij de vraagstelling naar voren gebrachte argumenten, het verband met huwelijksvermogens- en erfrecht naar voren is ge bracht en gevallen uit de praktijk zijn gesignaleerd. Deze argumentatie kan, zoals in het Voorlopig Verslag is gedaan, worden aangevuld met het argument, dat de waarborg van de authentieke akte te nodiger is te achten, nu wordt voorgesteld het negatieve stelsel te handhaven. De waarborgen van een authentieke akte zijn in het Voorlopig Verslag in een juist licht gesteld. Daaraan zou nog kunnen worden toegevoegd, dat de regelen omtrent notariële protocollen waarborgen geven tegen verlies van akten, terwijl voorts, wanneer protocollen niettemin verloren mochten gaan, een eerst uitgegeven afschrift van een notariële akte een bijzondere bewijskracht bezit. Evenmin als de vaste commissie verliest ondergetekende uit het oog, dat het notariaat een onmisbare functie verricht en dat het een publiek belang is, dat niet alleen in de steden, doch ook op het platteland notarissen gevestigd zijn. Daarnaast is echter van betekenis, dat het deugdelijk blijven functionneren van het notariaat niet volstrekt af hankelijk is van het verplicht stellen van een authentieke akte voor overdracht van onroerende zaken. Ondergetekende vermeent, dat over de belangen van die groep van zaakwaarnemers, met wier hulp thans overdracht van onroerend goed kan geschieden, in het kader van de gedachtenwisseling over de vraag punten voor het nieuwe Burgerlijk Wetboek niet wel een zodanige dis cussie mogelijk is, dat hieromtrent een definitief standpunt kan worden bepaald. Wellicht doet zich daarvoor een andere gelegenheid voor, voordat de ontwerpen voor een nieuw Burgerlijk Wetboek door de Staten-Generaal worden behandeld. Met het in het Voorlopig Verslag neergelegde en aldaar gemotiveerde standpunt van de vaste commissie, dat zij het kostenbezwaar voor on- en minvermogenden, dat uit een verplicht stellen van een authentieke akte zou voortvloeien, slechts zeer ten dele tot het hare kan maken, kan ondergetekende in het algemeen instemmen. Een uitzondering voor publiekrechtelijke lichamen op de algemene regel van het verplicht stellen van een authentieke akte voor overdracht van onroerende zaken blijft ondergetekende, in afwijking van het oor deel van de vaste commissie, voorshands wenselijk achten. Hij over weegt daarbij ook, dat het verplicht stellen van een authentieke akte bij overdracht van onroerende zaken tevens zou insluiten, dat ook de vestiging van zakelijke rechten op onroerende zaken bij authentieke akte zou moeten geschieden, derhalve ook de vestiging van het recht van erfpacht, een in het bijzonder in grote steden aangewend instituut voor uitgifte van grond ter bebouwing. Indien voor publiekrechtelijke lichamen een uitzondering wordt gemaakt, behoeft zulks nog niet te betekenen, dat een dergelijke uitzondering voor alle publiekrechtelijke

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 34