268
Mede dank zij de energie en het enthousiasme dat Prof. Baarda heeft
opgebracht, kon de Federatie een tijdperk van grote bloei doormaken.
Prof. Kruidhof besluit deze afscheidswoorden met de hoop uit te
spreken, dat de N.L.F. ook in de toekomst niet tevergeefs een beroep
zal mogen doen op Prof. Baarda.
De zittende redactie van het officiële orgaan, bestaande uit de heren
Prof. R. Roelofs, Mr. K. J. Bes en lr. F. Harkink wordt bij accla
matie herkozen. De voorzitter stelt vast, dat het peil van het tijd
schrift hoog staat, en wijzende op het vele werk dat achter de scher
men verzet moet worden, bedankt hij de redactie hartelijk voor al
hetgeen zij in het afgelopen jaar heeft verricht.
De heer Ir. A. Covers, gebruik makende van de door de voorzitter
geboden gelegenheid tot het stellen van vragen, wijst er op, dat op
een ongelegen tijdstip, nl. midden in dit boekjaar, de contributie van
de leden aan de Federatie werd verhoogd en verzoekt voortaan deze
wijzigingen vroegtijdig ter kennis te willen brengen. Prof. Kruidhof
antwoordt, dat met deze wens rekening zal worden gehouden.
Vervolgens spreekt de voorzitter zijn openingsrede uit en zegt:
Mejuffrouw, Mijne Heren, voor ik het woord geef aan Prof. Bij
houwer, zou ik het 13e congres van de N.L.F. officieel willen openen.
Sinds het vorige congres heeft de Federatie een aantal verliezen
geleden. Ik noem U hun namen: H. H. Kreeftenberg, J. B. Th.
Vriend, Ir. M. H. Geerts, C. H. B. de Korver, F. A. L. Kater,
P. Verhage, A. C. Oosterman, A. van Hengel. Óp andere plaatsen
zijn reeds woorden van achting over hen gesproken. Wij willen hen
hier in een ogenblik stilte gedenken.
U allen die hier bent gekomen, heet ik van harte welkom. Ik zou
uit Uw midden enkelen naar voren willen halen. Het zijn veelal oude
bekenden, figuren die de landmeetkunde in ons land, in een of ander
opzicht, belangrijke diensten bewijzen. Prof. Schermerhorn, Stoor
vogel, Von Freitag Drabbe, Volker. Van enkelen van U mochten wij
tot onze spijt bericht van verhindering ontvangen.
Een andere categorie is ons even welkom. Jk bedoel de gasten die
als sprekers zullen bijdragen tot het slagen van dit congres. Ich weiss,
Herr Harry, dass Sie eigentlich keine Zeit haben für eine Reise nach
Holland. Dass Sie es aber doch unternommen haben hierher zu kom
men und zwei Vortrage für uns halten wollen, darüber freuen wir
uns sehr. Dass Sie in unserem Lande und im Mitten unserer Federa
tion willkommen sind, haben Sie, hoffe ich, schon erfahren. Wir
hoffen auch in diesen 25 Stunden, die Sie noch bei uns sein können,
Ihnen zu zeigen wie grossen Wert wir auf Ihre Anwesenheit legen.
Ook U Prof. Bijhouwer, Prof. Samkalden en Ir. Kraayenhagen dan
ken wij voor Uw bereidheid op dit congres een voordracht te houden.
Prof. Bijhouwer en degenen die hem daarbij geholpen hebben, dank
ik in het bijzonder voor het inrichten van de tentoonstelling „Het
dorp in het landschap".
In de laatste jaren werden steeds enige woorden gewijd aan de
kaart 1 10.000. Wij hebben de geschiedenis kunnen volgen van het