269 moment af, dat in de Federatie de plannen opkwamen. Thans is het eerste blad verschenen. De andere zullen regelmatig volgen. Aan het jaarverslag, dat U in het tijdschrift hebt kunnen lezen, wil ik enkele beschouwingen vastknopen. Ook dit jaar heeft de Fede ratie blijk gegeven van een gezond leven. De eenheidsgedachte, die de onmisbare basis is voor vruchtbare arbeid, is in de loop der jaren sterker doorgedrongen. Het spreekt vanzelf, dat hiermede de Fede ratie geen conglomeraat wordt van ongedifferentieerde elementen. De Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde blijft Kadaster en Landmeetkunde en zo heeft ook de Vereniging van Civiel-landmeters en Geodetisch-ingenieurs een eigen karakter, om van de Vereniging voor Fotogrammetrie maar niet te spreken. Maar ondanks deze dif ferentiatie wordt in de Federatie de grote lijn door allen gezien en gediend. Een duidelijk bewijs van deze stelling is wel het tot stand komen van het instituut der regionale bijeenkomsten en het enthousiasme waardoor de eerste vergaderingen tot een succes werden. De heren Koeman en Lok, alsmede de districtscommissarissen, zij bij dezen de dank van de Federatie gebracht voor de uitstekende organisatie. Ook de hoofdbestuursvergaderingen ademen steeds een sfeer van wil tot samenwerking, wil tot opbouw. Daarvan merken de leden mis schien wel iets te weinig en in de laatste H.B.-vergadering is dan ook besloten van elke vergadering een kort verslag te publiceren. Wij hopen daarmede het medeleven van onze leden, ook in bestuurszaken, te bevorderen. Wij zijn in het stadium gekomen, dat bijna op iedere H.B.-vergade ring een commissie wordt benoemd. Dat is niet omdat wij ons op deze wijze van de problemen afmaken. Integendeel, wij hebben de beste ervaringen met commissies. Het is nu bijna 10 jaar geleden, dat de examencommissie N.L.F. werd ingesteld. Deze commissie heeft met succes gewerkt. De N.L.F.-diploma's hebben een goede naam. De examencommissie is met zijn tijd mee gegaan. Ik wil dan ook bij dit tweede lustrum van deze commissie, de leden in het bijzonder dank zeggen voor de arbeid die door hen is verricht. Het was zeker niet alleen maar arbeid, maar voor een groot deel ook organisatie, want zonder de medewerking van zeer velen, zou dit examen niet zo goed mogelijk zijn geweest. Behalve de leden van de examencommissie, die thans bestaat uit de heren Nikkels, Moor, De Boer, Van Steenis, Haasbroek, Van den Brink en Ilmer, noem ik alle kadastrale ambte naren die elk jaar weer hun medewerking verlenen door het ter be schikking stellen van lokaliteiten en het houden van toezicht ge durende het schriftelijk deel van het examen. De landmeetkundige dienst van de Nederlandse Spoorwegen stelde gedurende een aanta! jaren meetmateriaal belangeloos ter beschikking en het Agnetapark van de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek mocht voor het prak tische gedeelte van het examen worden gebruikt. Verschillende dien sten, zoals de Nederlandse Spoorwegen, het Bureau Van Steenis, de Rijkswaterstaat en het Kadaster stelden meetarbeiders gedurende het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 47