291
met een transformator van 2 A en een potentiometer in een stroom
kring opgenomen. Door dit systeem kan de verwarming van het mate
riaal geregeld worden. Het kwik van de thermometer bevindt zich
binnen de spiraal. Het „Leschorn"-meetklokje, dat een verdeling heeft
met een interval van i/ioo mm en een meetcapaciteit van 10 mm, is „op
trek" ingesteld. Door middel van dit meetklokje is bij alle materialen
die onderzocht zijn, eenzelfde spanning gebruikt.
Daar de materialen onderzocht dienen te worden op een eventuele
inwerking zowel van vocht als van temperatuur, zijn twee soorten
proeven genomen om zoveel mogelijk de vormverandering van het
materiaal, als gevolg van één der twee oorzaken, vast te stellen.
Onderzocht zijn de volgende materialen
1 Plastic sheet, dik (0,28 mm), een Amerikaans product, geïmpor
teerd door de firma Fakkel te Amsterdam.
2 Plastic sheet, dun (0,11 mm), zie verder onder 1.
3 Astra foil, dik (0,28 mm), een Engels fabrikaat, geïmporteerd
door de firma Koot te Heemstede.
4 Astrafoil, dun (0,12 mm), zie verder onder 3.
5 Astralon, een Duits fabrikaat, geïmporteerd zowel door de firma
Breure te Rotterdam als door dé firma Ahrend te Amsterdam.
6 Ethulon, 0,13 mm dik, van de firma Ahrend.
7 Zellon, 0,40 mm dik, een Zwitsers product, vóór de oorlog ge
ïmporteerd door de firma Seters.
8 Kodatrace, 0,10 mm dik, van de firma Breure te Rotterdam.
9 Arcasol, 0,12 mm dik, van de firma Ahrend.
10 Kodalith-t\\m van de N.V. Kodak te 's-Gravenhage.
11 Lichtgevoelig correctostaatpapier, vóór de oorlog geleverd door de
firma Hijmans te 's-Gravenhage.
Vooraf dient te worden vermeld, dat kodalith en correctostaatpapier
wel van groot belang zijn voor de kaartering, maar niet tot de teken
materialen kunnen worden gerekend. Correctostaatpapier is een met
aluminium voorzien fotografisch vergrotingspapier, terwijl kodalith
een film is die soms gebruikt wordt als gids onder een tekenstuk,
waarvoor dus de maatvastheid eveneens van groot belang is. Daar
bovendien deze film als zeer goed wordt aanbevolen wat maatvast
heid betreft, is deze bij dit onderzoek betrokken.
Strookjes materiaal zijn zowel uit de lengterichting als uit de
breedterichting gesneden, om te kunnen onderzoeken of de vormver
anderingen in beide richtingen gelijk zijn. Dit is bijvoorbeeld bij papier
niet het geval. Geconstateerd is, dat bij genoemde plastic materialen
de vormveranderingen in beide richtingen gelijk zijn, hetgeen ver
klaarbaar is, daar wij hier te maken hebben met stoffen zonder vezel
structuur.
Uit de hiernavolgende gegevens zal tevens blijken of een bepaald
materiaal wederom tot zijn oorspronkelijke lengte terugkeert als de
oorzaak van een vormverandering wordt weggenomen. Is dit namelijk
het geval, dan zou een ijking van het materiaal kunnen plaats vinden.