293
het materiaal. Dit krimpverschijnsel kan immers nog geen gevolg zijn
van vocht, daar dit nauwelijks het materiaal heeft kunnen beïnvloeden.
Dat wij dit bij de overige materialen niet constateren is een gevolg van
het feit, dat deze bij temperatuursverlaging (zie volgende tabel) een
vormverandering ondergaan tegengesteld aan die bij bevochtiging, zo
dat deze uitwerkingen elkaar in eerste aanleg enigszins opheffen. Ko-
datrace en arcasol vormen hierop weer een uitzondering, maar de
vormveranderingen van deze materialen zijn te grillig om hiermede
rekening te houden.
Als gevolg van het bovenstaande kunnen wij vaststellen dat plastic
sheet, astrafoil en astralon zo goed als ongevoelig zijn voor vocht,
hetgeen door T.N.O. (Toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek)
eveneens wordt bevestigd.
Zoals uit het overzicht blijkt, zijn de vormveranderingen van de
overige materialen, behalve van correctostaatpapier, veel groter dan
van de zojuist besproken groep.
De oorzaak van het uitzetten of inkrimpen van een plasticpreparaat
bij vochtinwerking zullen wij in een der volgende hoofdstukken be
spreken.
In eerste instantie kan worden vastgesteld, dat correctostaat een
prima maatvast materiaal is, dat bijna niet beïnvloed wordt door
vocht- of temperatuurswijzigingen. Dit gunstige resultaat was wel te
verwachten, daar dit materiaal van een aluminium laag is voorzien. In
de verdere bespreking zullen wij correctostaat niet meer betrekken,
daar dit, in tegenstelling tot de overige materialen, geen plasticprepa
raat is.
Zoals uit de tabel op blz. 294 blijkt, werd ieder materiaal blootgesteld
aan drie temperatuursveranderingen, namelijk een van io° C, een van
ca. 200 C en een van ca. 250 C. Daar wij te maken hebben met thermo
plastics, die dus bij een bepaalde (hoge) temperatuur week worden,
moet niet alleen worden nagegaan bij welke temperatuur deze stoffen
de vloeigrens bereiken, maar ook bij welke temperatuur de moleculaire
toestand reeds zodanig wordt aangetast, dat bij een daarna volgende
afkoeling tot de begintemperatuur de oorspronkelijke lengte niet meer
wordt herkregen. Dit laatste is namelijk, uit kartografisch oogpunt
bezien, één der belangrijkste eigenschappen. Indien wij namelijk een
plasticmateriaal bezitten dat steeds bij eenzelfde temperatuur een ge
lijke lengte heeft, is het doel bereikt, als gezorgd wordt dat de tem
peratuur tijdens het betekenen van het materiaal (dus in de teken
zaal) gelijk is aan de temperatuur in de copiëerkamer. Op deze wijze
zal de aldaar vervaardigde drukvorm de juiste maat bezitten. Een
plastic tekenmateriaal dat deze eigenschap heeft, zouden wij kunnen
ijken, zodat wij steeds kunnen nagaan bij welke temperatuur een
tekenstuk voor een volgende phase van het kaarteringsproces mag
worden gebruikt.
Om deze eigenschap te onderzoeken zijn de proeven in drie phasen
gesplitst.