296 In de literatuur wordt 140° F aangegeven als vloeigrens voor ther moplastics; daarboven wordt de thermische uitzettingscoëfficient veel groter. Zoals uit de proeven blijkt, neemt het materiaal na een verhit ting tot 50° C 1220 F) niet meer zijn oorspronkelijke lengte aan. Verder zien wij, dat bij de in de praktijk voorkomende temperaturen tot ca. 350 C plastic sheet, astrafoil, astralon en ethulon geschikt zijn als tekenmateriaal, alleen bezien uit het oogpunt van temperatuurswij- zigingen. Zellon wordt reeds minder van kwaliteit, terwijl kodatrace, arcasol en kodalith in het geheel niet meer passen bij de voornoemde groep materialen. Geheel afwijkend van de vormveranderingen van de overige materialen is de werking van kodatrace en arcasol. Bij de drie proefnemingen hieromtrent zien wij steeds hetzelfde beeld nl. (zie figuren 2 en 3) i° uitzetting door temperatuursverhoging 2° een bij verdere temperatuursverhoging overheersende uitdroging van het materiaal, met als gevolg een sterke krimp 3° bij de uitschakeling van warmtetoevoer ontstaat krimp door af koeling; 4° op een bepaald moment wordt de vormverandering wederom be heerst door de opname van vocht, met als gevolg uitzetting; 5° het materiaal komt nooit tot zijn oorspronkelijke lengte terug. Dit is ook geheel in overeenstemming met hetgeen vooraf bij de vochtinwerking op kodatrace en arcasol is waargenomen. Conclusies betreffende de inwerking, zowel van vocht als Plastic sheet, astrafoil en astralon zijn in dit verband nagenoeg ge lijkwaardige materialen. De inwerking van vocht is, zoals wij gezien hebben, ongeveer nihil, terwijl de thermische uitzetting te tolereren is, daar het materiaal steeds weer bij dezelfde temperatuur zijn oor spronkelijke lengte aanneemt. Temperaturen boven 450 C dienen te worden vermeden. Ethulon is minder geschikt, daar de vormveranderingen als gevolg van vochtinwerking groot zijn. De invloed van temperatuur is op ethu lon geringer dan op de overige materialen, hetgeen in het volgende hoofdstuk wordt verklaard. Zellon is eveneens minder geschikt, daar dit materiaal grote vorm veranderingen ondergaat zowel bij vocht- als bij temperatuurswijzi- gingen, terwijl het in beide gevallen, na wegneming van de oorzaak, niet meer zijn oorspronkelijke lengte herneemt. Kodatrace en arcasol zijn in het geheel niet maatvast en kunnen niet in een groep van goede tekenmaterialen worden gerangschikt. Kodalith, dat de naam heeft maatvast te zijn, kan slechts dan als filmmateriaal voor kaarteringsdoeleinden worden gebruikt, indien vóór af nauwkeurig rekening wordt gehouden met de werking van het materiaal. Juist door de omstandigheid, dat de film enige baden moet VAN TEMPERATUUR

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 22