303
vaert-product, terwijl dit nagenoeg gelijk is bij de Kodak- en Ilford-
film
3e dat de vormveranderingen tijdens temperatuurswisselingen tot 20°
C het geringst zijn bij de Ilford-film, terwijl dit bij een tempera
tuurswisseling van 30° C bij de Gevaert-film het geval is. Dit moge
blijken uit onderstaand schema, ontleend aan de grafieken.
Gevaert Kodak Ilford
Bij temp. wijziging van io° C 0,40 mm 0,30 mm 0,27 mm
20° C 0,52 mm o,S4 mm 0,48 mm
30° C 0,60 mm 0,72 mm 0,77 mm
Vergelijken we nu nog kodalith met kadoline, dan treedt ogenblik
kelijk het verschil in vormverandering naar voren als gevolg van de
vochtinvloed. Kodaline is zoals uit de gegevens blijkt veel beter dan
kodalith. De invloed van temperatuurswisselingen op de maatvastheid
speelt ten opzichte van de vochtinwerking geen rol, daar deze laatste
overheersend is.
Literatuuroverzicht
Allgemeine Vermessungs-Nachrichten. Maart 1953. Prof. Dr. R.
FinsterwalderLuftphotogrammetrische Auswertung vor Besitzstands-
karten im Gebiet des Vogelbergs (Hessen) Photogrammetrische Er-
fahrungen im Hinblick auf eine genaue Katastervermessung.
In Hessen zijn ten behoeve van de ruilverkaveling van een gebied
van ongeveer 10.000 ha in 1951 luchtfoto's genomen.
Een gebied van 2400 ha is thans uitgewerkt en in beide artikels
worden de ervaringen en de resultaten van deze werkzaamheden mee
gedeeld, alsmede conclusies getrokken en toekomstmogelijkheden be
sproken.
Doel van de kaartering is de vervaardiging van bezitskaarten
(Flurkarten) op schaal 1 2000 met een nauwkeurigheid die voldoende
is voor de grafische werkmethode, te weten een m.f. van 0,2 mm op
schaal 12000. De relatieve nauwkeurigheid dient bepaald te zijn door
een m.f. van 0,1 mm.
De K.L.M. verichtte twee opnemingen, één op een vlieghoogte van
2150 m (fotoschaal 110.000) en een op een hoogte van 1000 m (foto-
schaal 1 5000). De eerste opneming wordt gebruikt voor de verkrij
ging van paspunten die dienst doen voor de aansluiting van de foto's
van de tweede opneming. De gebruikte camera's zijn de Zeiss
RMK.C 5a en de Wild RC5. De originele filmopnamen, dus niet de
diapositieven, zijn in de stereoplanigraaf C7 en de autograaf Wild
A5 uitgewerkt.
Tengevolge van de navigatiemoeilijkheden is de ligging van de
vliegstroken zeer ongunstig voor de kaartering van de kadastrale
kaarten, waarvan de afmetingen slechts 50 X 50 cm zijn. Voor de
uittekening van één kadastrale kaart waren tot 12 fotoparen nodig.
De Zwitserse methode werd gevolgd voor de terreinwerkzaamhe-