LANDMEE TKUNDE 304 den, de identificatie, delimitatie, signalering van paspunten en grens- punten (35.000). Op grond van het verrichte onderzoek blijkt de onregelmatige film krimping van de orde van 3 tot 5 n te zijn. De schrijver concludeert, dat ter bereiking van hoge nauwkeurigheid kan worden volstaan met het gebruik van film. Hij neemt hier dus een standpunt in, dat vol komen afwijkt van het Zwitserse en Oostenrijkse. Hiirry en Neumaier immers wensen voor de nauwkeurigheidsfotogrammetrie opnamen op glasplaten. Ook in Nederland wordt thans voor de ruilverkaveling en de Rijkswaterstaat (wegen) de Wild RC7 (platencamera) gebruikt. De nauwkeurigheid kan worden verhoogd door de schaal van het ruimtemodel in het instrument zo groot mogelijk te kiezen. Na over- bepaalde aansluiting van de in het instrument verkregen coördinaten der paspunten in één fotopaar aan het landelijk stelsel wordt uit de restfouten een m.f. van 17 cm berekend. Dit geldt voor de opnamen op fotoschaal 110.000 en een modelschaal van 15000. Van dezelfde opnamen in de modelschaal 1 10.000 is de m.f. 32 cm; de opnamen op fotoschaal 1 5000 en modelschaal 12500 leveren een m.f. van 9,25 cm. Verder merkt hij op, dat de nauwkeurigheid ongeveer evenredig is met de fotoschaal of wel omgekeerd evenredig met de vlieghoogte. Volgens de schrijver moet het voor de toekomst mogelijk zijn door middel van verbetering van het coördinatentelwerk in het instrument, nauwkeuriger bepaling van de terrestrische paspunten, het gebruik van niet al te grote paspuntschijven en ide toepassing van correctie- lenzen ter vermijding van vertekeningsfouten, een nauwkeurigheid te bereiken die voor de kadastrale doeleinden alleszins voldoende is. G. F. W. Ir. F. HARKINK Hoofdlandmeter van het kadaster, 's-Gravenhage Controle op de berekening van een overgang Door velen wordt behoefte gevoeld aan een gevoelige controle op de berekening van een overgang. Omdat men in vele gevallen toch de coördinaten van de standplaats S wil kennen (zie de figuur) berekent men deze uit de coördinaten van C, e en CS' CP 200 f N waarna men dan als controle op de overgang berekentSP en GR 8, welk verschil gelijk moet zijn aan SP. In de regel zal men de coördinaten van 5" met afronding op mm moeten berekenen; de con trole is dan wel effectief. Immers, door de kleine afstand e en de srrote afstand c, zal een fout in 8, dus in CS, weinig invloed hebben op de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 30