309
Niet dat dergelijke revoluties uitgesloten moeten worden geacht
de geschiedenis van de Nederlandse stedebouw heeft ons wel voor
zichtiger gemaakt maar omdat dan pas recht het terrein wordt
betreden van de speculatieve overwegingen. Daar evenwel de invloed
van onverwachte factoren groter wordt naarmate het gebied waarvoor
cc bevolkingsprognose wordt opgesteld, kleiner wordt gekozen, is het
raadzaam zich met de berekeningen tot de grotere bevolkingsgroepen
te bepalen. Om deze reden zullen demografische berekeningen voor
een streek nauwkeuriger kunnen zijn dan voor een enkele gemeente,
voor een gewest beter dan voor een streek en voor ons land als geheel
de grootste graad van nauwkeurigheid hebben. Vandaar dat de onder
zoeker zich bijzonder interesseert voor de vraag in hoeverre de moge
lijkheden in het gebied dat hij moet onderzoeken, in allerlei aspecten
samenhangen vertonen met of verschillen van het grotere geheel, waar
van dit gebied deel uitmaakt.
Wie zich zet aan de bestudering van de vermoedelijke groei van
een bepaalde stad, dient zich eerst een denkbeeld te vormen van de
functie van de stad in de streek, d.i. de economisch-geografische een
heid waartoe de kern behoort en van de betekenis van de stad voor
het gewest, met als achtergrond de ontwikkelingsmogelijkheden van
de provincie als deel van ons land.
Verondersteld mag worden, dat bekend is, dat tot nu toe in ons
land een samenballing van de bevolking plaats vond in de westelijke
provincies, waar van oudsher om de zeehavens handel en nijverheid
zich concentreerden en de grote consumentencentra op hun beurt weer
een aantrekkingskracht uitoefenden op allerlei bedrijven, die hier een
gemakkelijke afzetmogelijkheid voor hun producten, de meest geva
rieerde arbeidsmarkt en het verlangde industriële en culturele milieu
vonden.
Zo leidt een samenballing tot verdere concentratie, totdat de be
volkingsdichtheid aanleiding geeft tot bijna onoplosbare problemen.
De enorme expansie van de zgn. „randstad Holland" heeft dan ook
nog afgezien van de bezwaren tegen de lage ligging beneden zee
niveau en de hoge funderingskosten op de drassige veenbodem
geleid tot grote verkeersmoeilijkheden, tot een angstig tekort aan
recreatieruimte voor de zich hier bevindende bevolking, tot problemen
bij de drinkwatervoorziening, enz.
De behoefte aan maatregelen die de trek naar het Westen kunnen
ombuigen in de richting van een meer evenwichtige bevolkingsver-
deling over ons land, wordt derhalve steeds sterker. Hier ontmoeten
we reeds een van de factoren waarmede planologen rekening moeten
houden bij de berekening van de toekomstige bevolking van een stad,
nl. mogelijke wijzigingen in het overheidsbeleid ten aanzien van^ de
ontwikkeling en van de plaats van de bestaansbronnen met de hier
mede verband houdende bevolkingsspreiding.
De drang wordt steeds sterker naar een overheidsbeleid dat gericht
is op een meer evenwichtige bevolkingsspreiding over ons land. Een
beleid dat de concentratie in het Westen zal afremmen door stimu-