314 de gemeenschap tot persoonlijkheid kan worden, een levensruimte te verschaffen, die de geleding bezit van de bedoelde kringenindeling. In kleinere overzichtelijke eenheden wordt dan ook de expansiezone van de stad verdeeld. De woningen zijn de bouwstenen voor de huizen blokken. De blokken worden gegroepeerd tot buurten met de hierbij behorende buurtvoorzieningenscholen, kerken, winkels, werkplaatsen, buurthuizen, plantsoenen e.d. Organische eenheden, die samengevoegd de wijken vormen, die ook sociaal een geschakeerd karakter moeten bezitten en elementen bevatten als wijkgebouwen, wijkparken en sport velden, waarvoor een buurt een te kleine eenheid vormt. Naarmate de groei van de stad sterker zal zijn, de bevolkingscon centratie meer zal worden gestimuleerd of de functie van de stad in de toekomst meer zal verschillen van die van het verleden, kan van het traditionele beeld worden afgeweken en kan naar nieuwe woon vormen worden gezocht. Een sterkere beleving van de ruimte, een rijkere ruimte-ontwikkeling kan worden verkregen, wanneer de woon blokken niet worden opgevat als wanden die de openbare ruimte van straat of plein begrenzen en afsluiten, maar als vrij in de ruimte staande plastieken, die de ruimte indelen zonder deze nochtans geheel af te sluiten. Een combinatie van ruimteafbakening en ruimte-door spoeling is een kenmerk van de moderne stedelijke ruimtekunst. Hierbij worden de verkeerswegen minder door de aangrenzende bebouwing dan wel door eigen elementen, b.v. boombeplanting, begrensd, terwijl de bebouwing vaak geheel los hiervan wordt gegroepeerd. Functioneel geeft dit een grotere klaarheid door een scheiding van het wonen en alles wat hiertoe gerekend moet worden en het verkeer, dat geheel andere eisen stelt. Het principe van de functionele scheiding laat zich gemakkelijk com bineren met het streven naar organische indeling en geleding van de moderne stad. Evenals het verkeer duidelijk wordt gescheiden van het wonen, krijgt ook de industrie en alles wat voor de ontspanning nodig is en buiten het kader van de buurtgemeenschap treedt, zijn eigen territoir. Een goed ontwikkelingsplan voor een stad geeft dus behalve een duidelijk stramien van verkeerswegen één of meer industriële werk gebieden verder zijn de afzonderlijke woonwijken in buurten geleed en gescheiden door zo diep mogelijk in het stadscentrum indringende groenwiggen, gecomponeerd tot een groensysteem, dat een maximum aan ruimtewerking dient te bezitten. Een speciaal probleem, waarmede ik zou willen besluiten, is het vraagstuk van de begrenzing van de stad, of, zo U wilt, de structuur van het gebied tussen de stadsbebouwing en de agrarische buitenwereld. Dit vraagstuk wordt urgenter naarmate het inzicht rijpt, dat iedere stad een optimale grootte bezit, die niet ongestraft kan worden over schreden. Wanneer ook de bevolkingstoeneming langzamerhand kleiner wordt, komt een moment in het zicht, waarop het zwaartepunt van de stedebouwkundige activiteit zal verschuiven van de uitbreiding van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 40