337
centratie van alle bewoning op een kunstmatige heuvel. De kaarten
en foto's tonen tevens hoe in Groningen en Zeeland na de be
dijking de kerndorpen zijn leeggestroomd, tot tenslotte op de. terp
slechts kerk, school en een aantal arbeiderswoningen over zijn
gebleven. Het terpdorpje Nisse op Zuid-Beveland is als maquette
getoond.
4. Een volgend bord demonstreert hoe de topografie kan leiden tot
een extreme verspreiding van de bewoning. In het Twents-Achter-
hoekse landschap, het gebied van de oude hoeven, liggen de boer
derijen uitgezaaid langs de wegjes, die de vlakke beekdalen volgen.
Aan de lage zijden ligt het grasland, op de zandrug (vaak met
lemige kern) het bouwland, daarachter op de vlakke heide liepen
de schaapskudden. De zeer fraaie aanpassing aan de hoogtever
schillen en de bodemgesteldheid leidt daar tot een zeer aantrekkelijk
landschap, maar ten gevolge van de verspreiding van de bewoning
is er slechts met grote afstanden een kerntje tot ontwikkeling ge
komen, waar verzorgende bevolking is geconcentreerd. Daardoor
vinden wij op „onduidelijke" plaatsen, ergens bij een wegkruising
of willekeurig langs een hoofdweg, ineens een smederij, een post
agentschap, een school met onderwijzerswoning of een winkeltje
van-alles. Óp 15-20 km afstand liggen de markt- en winkelplaatsjes
met kerken en met kleine industrieën, die, ten gevolge van het va
cuum op het omgevende platteland, stedelijke allures verkrijgen.
Op de kaartstrook, die een terrein van 8 X 40 km voorstelt, van
de grens achter Winterswijk tot nabij Vorden zijn slechts drie
van die kernen aan te wijzen.
Ter opluistering is hierbij een kleine maquette gegeven van één der
stukjes Twents landschap nabij Wageningen: de Kraats ten Westen
van Bennekom.
Vele voorbeelden zijn bijeengebracht van de dorpsvorm als uitdruk
king van de sociale structuur. Het kasteeldorp als eerste toont hoe de
onderhorige boeren gegroepeerd wonen bij de ingang van het kasteel.
Zeer fraai is het Engelse voorbeeld (uit 'I homas Sharp) de luchtfoto
van Bronkhorst laat zien, hoe weinig na het slopen van het kasteel het
„horige" dorp is gewijzigd.
Daaronder is de kaart van Finsterwolde gehangen; de machtige
boerderijen in het rijke kleiland zijn door zwarte vierkantjes aange
geven, de landarbeiderswoningen langs de zandwegen in het moeras
als rode stippen. Op de kaart is het al duidelijk, dat dit dorp niet één
gemeenschap vormt, maar twee werelden, door een diepe kloof ge
scheiden.
Twee voorbeelden uit het buitenland completeren dit bordhet kerk
dorp en het poestadorp. In gebieden met een ijle bewoning op ver
spreide hoeven, waar slechts op grote afstanden kerken zijn te vinden,
trof men vóór de tijd van het auto- en busverkeer bij die kerken vaak
nederzettinkjes aan van de weekeindwoningen van de bewoners der
boerderijen. De gezinnen trokken daar met paard en wagen heen, de
gehele Zaterdagmiddag reizend langs onverharde wegen, om 's-Zon-