338
dags de kerkdiensten te kunnen bijwonen. Als voorbeeld is Skelleftea
(tussen Umea en Lulea in Zweden) gegeven, maar volkomen verge
lijkbare Zondagsdorpen bestonden in de 18e eeuw in Virginia en tot
voor dertig jaar in Texas.
Het wonderlijkste type op sociale grondslag is wel het oude Hon
gaarse poestadorp, beschreven door Prof. A. N. J. den Hollander. Het
midden van het dorp wordt gevormd door een grote grasbrink, waar
kerk, gemeenschapshuis en bazar zich bevinden, en langs voetpaden de
woninkjes waarin de vrouwen en kinderen verblijven. De mannen
en „volwassen" jongens wonen in de „tuin"-gordel er om heen, die
bestaat uit series met wallen omgeven corrals voor het min of meer
tamme vee. In de hooischuren binnen die corrals wordt geslapen en
gegetenoverdag wordt het vee uitgedreven, langs de brede zand
wegen tussen de corrals, naar de meentweide, die de volgende ring
vormt. Op geschikte terreinen daar weer buiten zijn complexen grond
tot akkerland ontgonnen en tenslotte is het dorpsgebied omgeven door
de wijde steppe, waar de paarden en het „wilde vee" ronddwalen. De
dorpsplattegrond is de volledige afbeelding van een sociale structuur,
berustend op een scheiding van mannen- en vrouwengemeenschap en
op gelijkwaardigheid tussen de half-nomadische veebedrijvenHet
herinnert aan de dorpsvormen van prairie-Indianen in Amerika en
heeft evenals die dorpen in de 19e eeuw, plaats moeten maken voor
een intensiever gebruik van de grond (akkerbouw).
Als maquette worden twee dorpstypen uit Israël getoondlinks
het coöperatieve dorp, bestaande uit een ring van gelijke en gelijk
waardige kolonistenhuizen, elk met hun sector tuinland, die een brink
insluiten met synagoge, school en gemeenschapshuis, plus de gebou
wen en schuren van de landbouw- en verbruikscoöperatie. De tuinring
is op één ^plaats afwijkend, waar de gebouwen en terreinen van de
landbouwschool zijn gesticht. Een houtwal begrenst deze dorpskern ten
opzichte van het gebied van akkers en (droge) weiden. Vinden we
hier een sterk coöperatief verband tussen gelijke, maar individuele
partners, geheel anders is de structuur van het collectieve dorp. Daar
heerst de gemeenschappelijkheideen collectief tuinbouw-areaal met de
grote gemeenschappelijke boerderij met machineloodsen, graanschuren,
silo's en stallen. De deelhebbers in het bedrijf zijn gehuisvest in 2-3
verdieping hoge flatgebouwtjes, die een kern omsluiten, bestaande uit
synagoge, school en gemeenschapsgebouwen, waaronder gemeenschap
pelijke keukens en eetzalen en kinderbewaarplaats. Alleen de zieken
barak rechts onttrekt zich even aan dat hechte verband. Ook hier weer
het windscherm met daarbuiten de (nu gemeenschappelijke) cultuur
grond. Zulke duidelijke, hechte dorpsgemeenschappen zijn nauwelijks
denkbaar buiten Irsaël, waar de jonge kolonistengezinnen zo sterk
verbonden zijn door hun idealen en hun religie.
Toch herinneren zij ons aan de oude esdorpen in Drente, aan
Garderen en de dorpen der Erfgooiers. Ook daar troffen wij rondom
de brink kerk, school, kroeg en winkeltjes aan, binnen een serie
boerenerven met bijna gelijke en zeker gelijkwaardige boerderijtjes. De