340 zijn de streekdorpen, die in het slagenlandschap nog een bescheiden uitgestrektheid vertonen, hier uitgedijd tot lengten van tien tot vijf tien kilometer, twee rijtjes huizen, zonder logische knooppunten, waar verdichting en vestiging van kernfuncties kan plaats vinden. Het dorp Stadskanaal is hier wel een prachtig voorbeeld van Het slagenlandschap is aanvaardbaar, als landbouwgebied en als woongebied, maar alle kenmerken ervan zijn in de veenkoloniale nazaat ad absurdum gevoerd. De negentiende-eeuwse veenkoloniën zijn de persiflage van de opstrekkende heerdende verheerlijking van de techniek heeft geleid tot het negeren van topografische gegevens en van de voorwaarden die de latere gemeenschap mag stellen. Een tweede paar van dezelfde aard bevindt zich op hetzelfde bord. Eierland is gekozen als voorbeeld van het mathematisch nauwkeurige agrarisch gebied der inpolderingen en droogmakerijen. Even goed had de Schermer, de Waard- en Groetpolder of de polder Biezelinge dienst kunnen doen. Eandbouwtechnisch vertonen deze gebieden weinig be zwaren de kavelmaten zijn rationeel, het ontwateringssysteem is ge woonlijk zo perfect als ten tijde van de bedijking mogelijk was. De boerderijen liggen alle op hun eigen kavel of kavels, langs goede we gen soms zijn de wegen en de erven fraai beplant. Waar, zoals in de Beemster, veel boomgaarden verspreid liggen, kan het gebied zelfs tot een „lustoord" worden. Maar bij grotere afmetingen wordt de teken- plank-indeling onbevredigend, zoals in de Haarlemmermeer en de Zuid- plas- en Prins-Alexanderpolders. Er komt bij, dat in deze negentiende- eeuwse polderverkavelingen geen rekening is gehouden met de noodzaak van bewoningskernen. Soms zijn zij ook inderdaad niet tot ontwikkeling gekomenindien wel, dan geschiedt dit ondanks de oorspronkelijke indeling, dus moeizaam en gebrekkig (Hoofddorp). Bij afmetingen tot 20 of 30 km kunnen de strak-technische dorpsgebieden nog zeer goed worden aanvaard, bij veelvouden van die afmeting wordt het gauw troosteloos, „een woestijn van vruchtbaarheid". In Nederland is deze grens nauwelijks overschreden, maar in de Middle West van de Ver enigde Staten beslaat het vergelijkbare cultuurlandschap een gebied van ca. 1200 bij 2500 km. Een patroon van vierkanten, een mijl breed en een mijl lang is daar gebruikt voor uitgifte en ontsluiting; de begrenzende wegen lopen alle Noord-Zuid en Oost-West; met aan wezig reliëf is geen rekening gehouden, zelfs niet met beken, riviertjes en moerassen. Regelmatig zijn de boerderijen uitgestrooid over dit land, dikwijls vier per vierkante mijl. Slechts een klein deel van de oorspronkelijk getraceerde wegen is op den duur van een verharding voorzien en telkens moet een bajonet worden gebruikt om een stroompje te vermijden. Bovendien naderen de N.Z. lopende wegen elkander geleidelijk ten gevolge van de vorm van het aardoppervlak; periodiek verschuift dus een geheel wegenstelsel om de afstand van één mijl weer te herstellen. In deze eindeloze cultuursteppe is op regel matige afstanden te midden van elke groep van 36 vierkanten, één vierkant tot „dorp" gepromoveerd, met een verkaveling tot bouwper celen, die grondspeculatie mogelijk maakte. Slechts een fractie van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 14