342
langrijke groep gezinnen geen deel heeft in of moeilijker deel kan
nemen aan het gemeenschapsleven van het dorp. Hoe zou dit zijn te
ondervangen
In een kaart en een dorpsmaquette wordt een schets geboden voor
een totaal afwijkende indeling, die op de volgende denkbeelden berust
1. De huidige kavelmaat van 250 X 800 meter is zeer belangrijk voor
de grote klei-bouwbedrijven, waar met grote machines wordt ge
werkt op zavels en lichtere gronden, ook op geïnfiltreerde weide
grond kunnen geringere afmetingen doelmatiger zijn.
2. De huidige binding van de boerderijen aan hun cultuurgrond
maakt de gewassenkeuze, dus de bedrijfsinrichting, afhankelijk van
de toevallige samenstelling van grondkwaliteiten op de kavels, wat
bij een zeer geschakeerde zeebodem (zoals in de Wieringermeer
en waarschijnlijk in een groot deel van de Zuidwestpolder) leiden
kan tot een minder efficient gebruik.
3. Het verkeer van het landbouwbedrijf (en Mesu heeft eens gezegd,
dat de landbouw voor een groot deel vervoersondernemer is) is
voor een belangrijk deel gemotoriseerd, met tractor, vrachtauto en
brom- of motorfietsvoor zover het plaats vindt langs de verharde
polderwegen vergt het zeer weinig tijd in verhouding tot de weg
langs de onverharde wegen op de kavels. In vergelijking met vroe
ger is het dus denkbaar, dat een ligging van de boerderij op 2 a
3 km afstand van haar grond nauwelijks meer een bezwaar oplevert.
4. De dorpskernen zullen als landelijke gemeenschap het best function-
neren, wanneer zij voldoende omvang bezitten om aan de eisen van
alledag te voldoen en wanneer zij bovendien bewoond worden door
de volledige gemeenschap, zoals die reeds in de aanvang is gecata
logiseerd. Een poging wordt dus gewaagd tot een landelijke „wijk-
gedachte".
Op grond van deze mogelijkheden, wordt dus gepoogd in schema een
polder te geleden tot dorpsgebieden van 5 a 6 km doorsnede. Deze
complexen kunnen worden ontsloten met een net van verharde wegen,
dat alle kavels, variërend in afmetingen al naar de grondsoort, bereik
baar maakt. Centraal in het dorpsgebied is een dorp denkbaar, dat de
verzorgende functies bevat en de gemeenschapsfuncties, waar de losse
en los-vaste landarbeiders wonen, maar ook de vaste, omdat de bui
tenste „schil'' van het dorp bestaat uit boerenerven. Die bedrijven
zouden bij de uitgifte die kavels en kaveltjes toegewezen kunnen krij
gen, op minder dan 3 km afstand, die het meest geschikt zijn om er
een efficient, naar keuze gespecialiseerd of veelzijdig landbouwbedrijf
van te maken.
Misschien zouden enige zeer grote klei-bouwbedrijven beter mét
hun gebouwen vér van de kern kunnen liggenzeker zou een groter
aantal kleine, minder gemechaniseerde boerderijen in de periferie van
het dorp hun kavels op geringe afstand kunnen vinden. De dorps
maquette toont, dat bij een dorpsgebied van ca. 2100 ha, ontsloten ten
behoeve van ruim honderd boerderijen, een dorp kan ontstaan, dat voor