346
gevolg zijn van een betere en meer nauwkeurige opmeting van dezelfde
grens.
Is redres altijd het herstellen van een vroeger gemaakte fout? Uit
het bovenstaande volgt reeds, dat hierop m.i. moet worden geantwoord
rteen.
In vele gevallen kan niet van een aanwijsbare fout worden gespro
ken. Dit blijkt wel zeer duidelijk bij redres grootte, waarbij de grootten
van percelen worden gewijzigd tengevolge van nauwkeuriger werk
methoden dan vroeger en betere opmeting dan voorheen gebruikelijk
was. Het ware juister, hierbij niet te spreken van redres, maar van
hermeting, ook bij de gewone kadastrale dienst. We zijn dan ook in
overeenstemming met de bewoordingen van artikel 9, 2e lid, van de
Wet op de grondbelasting: „Eigendommen, die voor het in werking
treden van deze Wet onnauwkeurig zijn gemeten, worden kosteloos
hermeten op schriftelijk verzoek enz."
Moet bij een hermeting al dan niet worden gedelimiteerd?
Hierboven heb ik reeds opgemerkt, dat er twee soorten kadastrale
grenzen zijn:
ie. die, welke aan de hand van behoorlijk veldwerk zijn uit te zetten,
dus in het algemeen die grenzen welke zijn ontstaan in de laatste
30 tot 50 jaar;
2e. de overige kadastrale grenzen.
Over de eerste groep behoeft naar mijn mening niet heel lang ge
sproken te worden. Behalve in bijzondere gevallen is bij een hermeting,
voorzover deze grenzen betreft, slechts één werkmethode aanvaardbaar,
nl. herkaartering met behulp van het oude veldwerk, natuurlijk met
vastlegging in de nieuwe meetkundige grondslag, indien er tenminste
niet reeds een dergelijke grondslag aanwezig was. Bovendien is het
aangewezen, voor de nieuwe meetkundige grondslag zoveel mogelijk
gebruik te maken van oude meetlijnen. Hierbij dus geen nieuwe deli
mitatie en geen nieuwe afpaling, behalve in uitzonderingsgevallen.
Het overnemen van alle oude meetgetallen in blauw op het nieuwe
veldwerk zoals De Groot wil lijkt mij tijdverspilling en ook niet
wenselijk met het oog op de mogelijkheid van foutieve overneming.
Verwijzing op het hermetingsveldwerk naar de oude veldwerken is
m.i. de beste en meest economische methode.
De tweede soort kadastrale grenzen zijn „die, welke niet uit oud
veldwerk zijn te reconstrueren" (Van Riessen) of waarbij „kaart
en veldwerk onvoldoende zijn" (Mr. Berg-Kluvers).
Hier hebben we het geval, waar tenslotte het gehele vraagstuk om
draait. En hierover zijn de heren juristen het niet eens.
Mr. Jonas schrijft: „Een hermeting, een technische operatie, kan
op de rechten van de eigenaren generlei invloed hebben. Hermeting
kan niet anders zijn dan herkaartering met in twijfelgevallen delimi
tatie en overschrijving van een akte van grensregeling."
Ir. Van Riessen zegt: „Juridisch gesproken verandert er niets op