349 Hermeting moet niet worden gezien als een verbetering van vroeger gemaakte fouten of als „verandering" van allerlei kadastrale grenzen. Er ontstaan niet allerhande nieuwe rechtsgrenzen met verzwegen eigen domsovergang of occupatie. Dit kan natuurlijk soms het geval zijn, maar het is in vele gevallen helemaal niet met zekerheid uit te maken. Neen, de oude grenzen waarvan geen deugdelijk veldwerk aanwezig is, worden na delimitatie nauwkeurig opgemeten en gekaarteerd zoals zij thans aanwezig zijn en door de eigenaren als hun grenzen beschouwd. In verreweg de meeste gevallen kunnen zij beschouwd worden als identiek te zijn met de oude min of meer onzekere kadastrale grenzen. In een enkel geval kunnen hieruit later misschien moeilijkheden ontstaan; dit zijn dan de gevaren waarop Van Riessen wijst. Maar tegenover zo'n enkel geval staan duizenden andere, waarin de hermeting mogelijke moeilijkheden voorkomt of oplost en daarom moet de her meting beschouwd worden als een belangrijke „technische operatie" om de terminologie van Mr. Jonas te gebruiken ter bevordering van de rechtszekerheid, afgezien van het verdere grote economische nut voor allerlei andere doeleinden. Moet er bij de delimitatie een stuk worden opgemaakt en bv. een akte van grensregeling worden overgeschreven? Er is vroeger gestreefd naar de invoering van processenverbaal van grensbepaling. Wij zijn later van die papieren rompslomp afgestapt. Natuurlijk kan opmaking en overschrijving van een akte van grens regeling in sommige gevallen nuttig zijn. Maar naar mijn mening be hoeft dit slechts in bijzondere gevallen te gebeuren. In het algemeen lijkt mij de verklaring van de landmeter betreffende de overeenstem ming van partijen bij de delimitatie op het door hem opgemaakte veld werk voldoende. Tot slot nog enkele woorden over de berekening van de grootten der percelen bij hermeting. Van Riessen schrijft in zijn rapport: „Te grote afwijkingen van de oude grootte moeten in de nieuwe oppervlakteberekening worden ver meden." Maar verder acht hij het ook nodig, „dat de oppervlakten bij een hermeting met de grootste zorg berekend worden. Het aantal vier kante meters van een perceel vertegenwoordigt een vermogenswaarde en is daarom van groot economisch belang. Het voorschrift van Artikel 77. punt 15, I.K. behoort ook bij hermetingen te worden toegepast." Het aangehaalde punt 15 van artikel 77 luidt aldus: „Bij metingen voor overdracht of vestiging van zakelijke rechten moeten deze bij voorkeur zo worden ingericht, dat de inhoudsgrootte van de nieuwe percelen uit de meetcijfers kan worden berekend of uit een kaartering op grote schaal kan worden afgeleid." Bij Min. Res. van 7 Dec. 1926 Kad. nr. 57 werd hierbij de volgende toelichting gegeven „In gevallen waarin de onjuistheid der kadastrale grootte kan wor den vastgesteld of aan de juistheid er van op redelijke gronden kan

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 23