354 nisatie met vooropstelling van de rechtszekerheid van het kadaster, Hessen (Niehuis) tracht vooral door invoering van minder nauw keurige werkmethoden sneller tot het doel te geraken. Het gemiddelde van 35 ha per manjaar in Hessen steekt wel erg af tegen dat van Beieren, waar dit gemiddelde ongeveer 6 ha per manjaar bedraagt. In Hessen schijnt dus op het gebied van de organisatie nog wel iets te verbeteren te zijn. Beieren wijst het gebruik van fotogrammetrie af, daar de resultaten niet nauwkeurig genoeg zijn. De standpunten van beide partijen zijn tijdens de discussie niet veel dichter bij elkaar gekomen. Vermeld dient te worden, dat Niehuis thans een onderzoek instelt naar de nauwkeurigheid van de m.b.v. luchtfotogrammetrie vervaar digde kaarten in de ruilverkaveling Bergen. Misschien dat de resultaten hiervan de inzichten van de Beierse landmeters op dit punt zullen wijzigen. G. F. W. Idem. Juli 1953, blz. 215 e.v. Discussie tussen K. Zörner, W. Ohl en G. Schlegtendal over „Kommunalisierung" versus „Verstaatlichung" van de kadastrale dienstmoet de gemeente of' de staat deze dienst verrichten? In Nordrhein-Westfalen werd Kommunalisierung inge voerd. K. Zörner is hiervan voorstander. Hij zegt: Eenzijdig stelling- nemen is onjuist. Maar grote steden hebben in het algemeen meer geld en personeel beschikbaar gesteld voor hun meet- en kaarteerwerk dan de staat ooit zou hebben kunnen geven, zodat ze aan bijna alle eisen kunnen voldoen. Staatsbeheer zal de behoeften van de grote stad altijd te laat onderkennen. Buiten deze steden zou de staat nog een taak hebben, enz. W. Ohl beperkt zich tot de opmerking, dat hij zijn gezichtspunten al heeft uiteengezet (o.a. dat de stad partij is) en vindt dat het kosten- vraagstuk onderzocht dient te worden. G. Schlegtendal in zijn slotwoord zegt o.a.Of het kadasterbureau deel uitmaakt van stads- of staatsbestuur is misschien van secundair belang, omdat de wijze van uitvoeren van de taak, waarbij rekening moet worden gehouden met stedelijke behoeften, zo sterk afhangt van de geest van de leiding. Maar toch lijkt ook hem de invoeging in het stadsbeheer het best. Hij geeft dan nog een opsomming van de diverse kanten van dit vraagstuk: bodemindeling, wederopbouw, woningnood, verkeer, terugvoering van bevolking naar het land. Deze in het dicht bevolkte Westfalen zo dringende problemen zullen voor de grenzen van de andere Lander niet stilstaan en aldaar zal men rekening moeten houden met de goede ervaringen in Westfalen opgedaan. Surveying and Mapping (Amerika). Januari-April 1953. Blz. 30. H. S. Billowitz. De rol van de landmeter bij de titelverzekering. Vanaf de 17e eeuw moesten in Engeland rechten op onroerende goederen schriftelijk worden overgedragen (statute of frauds). Het bewijs van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 28