373 elke orde en verschillend van land tot land. Deze situatie beïnvloedt ook het aantal beoefenaren van het vak. De commissie acht het onmogelijk een eenheids-inkomen vast te stellen voor de particuliere landmeter, omdat dit een essentiële functie is van de bedrijvigheid van de woonplaats en de persoonlijkheid van de titularis. Toch acht de commissie het, ondanks alles, van groot belang gemeenschappelijke punten te vinden in de tarieven van de on afhankelijke vakgenoten. De verscheidenheid van de tarieftabellen en de onnauwkeurigheid van de inhoud daarvan in de verschillende talen, nopen de commissie er toe, enige zeer scherp gedefinieerde werkzaam heden nader te bestuderen en de tarifiëring ervan aan ieder land te vlagen teneinde in het definitieve rapport een vergelijkende tabel te kunnen opnemen, overeenkomstig die betreffende de landmeters- amtenaren, die de commissie zal overleggen. De commissie vestigt er de aandacht op, dat in landen met landmeet kundig-ingenieurs, dezen wat de maatschappelijke positie betreft, het zelfde aanzien genieten als andere houders van een titel van hoger onderwijs: meesters in de rechten, ambtenaren bekleed met rechterlijk of administratief-rechtelijk gezag, civiel-ingenieurs, notarissen, enz. De landmeters die geen ingenieur zijn, hebben in alle landen een rang na de architect en voor de accountant. De commissie acht het wenselijk, dat alle landen permanent ver tegenwoordigd zijn in de commissies en wel elk land door twee gedele geerden. Dit zou de bewaring en de classificatie van het archief ge makkelijker maken. Bovendien zouden de commissies,, tussen de inter nationale congressen, rapporten over hun werkzaamheden kunnen zenden aan elke vergadering van het Comité permanent. In de algemene vergadering van 3 September werden de conclusies van de commissies met algemene stemmen aanvaard. Bovendien ging men in principe accoord met de uitgave van een internationale perio diek. Nederland werd aangewezen het volgend congres, in 1957) te organiseren. Hierbij kan worden opgemerkt, dat de Nederlandse ge delegeerden het er over eens waren, dat zij, vooral met het oog op de organisatie van het volgend congres, in Parijs veel geleerd hebben. Eén middag was uitgetrokken voor een bezoek aan een der volgende instellingen 1. de fotogrammetrische escadrilles van het Institut Géographique National te Creil; 2. de luchthaven Le Bourget, speciaal de fotogrammetrische lucht vaartafdelingen van het Ministère de la Reconstruction et du Loge ment en het Secrétariat Général a 1'Aviation Civile et Commerciale 3. het museum van het Conservatoire National des Arts et Métiers 4. de technische dienst van het Kadaster te Saint Germain en Laye 5. de fotogrammetrische dienst van het Institut Géographique National te Saint Mandé.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 47