376 spreiden om doublures van kostbare apparatuur te voorkomen (io'o- grammetrie). Roulering van studenten over die universiteiten. Hij propageert verder studentenkampen „where to get the feel of the instruments". Praktijk moet snel volgen op theorie, met nabootsing van de werkelijkheid, vooral t.a.v. boeking, controle en onderlinge samenhang (verwijzing) van nauwkeurige waarnemingen. Iedereen moet actief deelnemeneen instructeur mag niet meer dan twee ploegen leiden en nooit mag een ploeg te velde zonder instructeur zijn. Een werkelijkheidsgetrouwe opdracht werkt stimulerend, bv. een gefingeerd project aanleg spoorbaan met tunnel. Surveying and Mapping (Amerika). Aoril-Juni 1953. bP 145. Milton O. Schmidt van de universiteit van Illinois. Impasse in de land meetkundige opleiding. De opleiding voor beroepslandmeter bevindt zich tegenwoordig in Amerika in een impasse. Er wordt op neer gezien en zij is gehandicapt door beperking en verminking van de cursussen. Opleiders: gedeeltelijk jong, onervaren en niet enthousiast, vaak zelf studenten, gedeeltelijk oud en ontmoedigd. Onvoldoende nadruk wordt gelegd op de blijvende waarde van nauwkeurige metingen. Te veel krijgt de student maar een vage notie van kaarten en landmeetkundige gegevens. Aangemoedigd moet worden het gebruik van coördinaten, van vaste punten voor meetkundige grondslag en waterpassing. Waakzame, en intelligente leiding is nodig bij de landmeetkundige opvoeding. De Gr. Sixth annual report of the International Association for the exchange of students for technical experience. De stijging van het aantal uitgewisselde studenten heeft zich ook dit jaar voortgezet. Tussen de r8 deelnemende landen zijn in totaal 3783 studenten uitgewisseld, tegen 3493 in 1952. Het aantal in Nederland ontvangen buitenlandse studenten bedroeg 297 tegen 240 in 1952, het aantal door Nederland uitgezonden studenten bedroeg 307 tegen 353 in 1952. Met het oog op de gestegen kosten van levensonderhoud heeft een aantal bedrijven de aan de studenten gegeven vergoeding ver hoogd, zodat deze gemiddeld 185.per maand heeft bedragen. Het verslag bevat de gebruikelijke tabellen over de aantallen uitgewisselde studenten, verdeeld over de verschillende landen en gespecificeerd naar de studierichting, een opsomming van de medewerkende bedrij ven en overheidsdiensten in de deelnemende landen en aan het slot de in Januari 1953 te Zürich vastgestelde statuten. Nederland heeft in 1953 9 geodetische studenten uitgezonden (Duitsland n, Oostenrijk 6, Finland 5, Frankrijk 2, Zweden 1, Joego slavië 1) en 5 geodetische studenten ontvangen (Duitsland 20, Zwit serland 7, Finland 5, Noorwegen 3, Joegoslavië 3, Oostenrijk 2, Zwe den 1). F. H.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 50