Albert J. Schmidheini 70 jaar Examen voor landmeter van het kadaster 1951 3 77 Op 3 November 1953 vierde de heer Albert J. Schmidheini, direc teur van de Verkaufs-Aktiengesellschaft Heinrich Wild's geodatische Instrumente te Heerbrugg (Zwitserland) zijn zeventigste verjaardag. Nadat hij in 1925 tot directeur was benoemd, heeft het aanvankelijk kleine bedrijf zich onder zijn leiding tot een onderneming met een wereldnaam ontwikkeld. Ofschoon hij geen technicus was, bezat hij van het begin af de gave zich op snelle wijze in technische kwesties in te leven. Door dit vermogen wist hij constructies op hun praktische bruikbaarheid te toetsen en de wetenschappelijke werkers, ingenieurs en technici van de firma bij nieuwe constructies zeer gewaardeerde aan sporingen te geven. Reeds zeer vroeg zag hij de grote betekenis van de fotogrammetrie in. Uitgaande van een eenvoudig instrumentarium voor terrestrische fotogrammetrie heeft hij door zijn bedrijf telkens weer nieuwe en zeer productieve opnemingscamera's en liitwerkingsinstrumenten voor de luchtfotogrammetrie doen ontwerpen en construeren. Met geestdrift heeft Schmidheini de opleiding van de fotogrammeters bevorderd velen uit de hele wereld hebben voor hun opleiding in Heerbrugg ver toefd. Ook heeft hij een eigen school opgericht voor een degelijke opleiding tot precisie-instrumentmaker en opticien. Na een bijna 30-jarige werkzaamheid kan de jubilaris terugzien op een arbeid die voor de hele wereld van grote waarde is. F. H. (Vervolg van blz. 175) 2 Gevraagd wordt een beknopt, zakelijk antwoord op de hierna onder aen bgeformuleerde vragen. o) Het begrip „cultuurgrens" kan men definiëren als de kadastrale grens tussen twee kadastrale percelen die ten name van dezelfde rechthebbende geboekt staan. Bekend is de uitspraakDe gewoonte om zonder meer in een over te schrijven akte een cultuurgrens te verheffen tot eigendomsgrens, is de voornaamste kanker die de betrouwbaarheid van het kadaster aanvreet. Wat wordt met deze uitspraak bedoeld b) In vakkringen wordt sinds jaren de wens gehoord: men drage bij over te schrijven akten geen perceelsgedeelten meer over, doch zorge vooraf voor uitmeting en nummering door het kadaster van deze ge deelten, zodat in de akte slechts gehele percelen genoemd worden. Wat zijn de voordelen van deze „meting vóór de akte"? (Zonodig ook de nadelen vermelden van deze gang van zaken bij grondtransport.)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1953 | | pagina 51