334
Ons heeft toegegeven geen heswaar te hebben ingediend tegen de
rechten zoals zij op die lijst zijn toegekend en omschreven;
dat dientengevolge overeenkomstig art. 52 Ruilverkavelingswet 1938,
indien gedaagde eigenaar van die weg mocht geweest zijn, hij dit
recht heeft verloren en het eigendomsrecht van eisers op die weg
vaststaat
Overwegende, dat gedaagde voorts erkend heeft de hem in de dag
vaarding verweten handelingen op genoemde percelen 2968 en 3461
te hebben verricht;
Overwegende, dat Wij, nu eisers dit niet hebben tegengesproken,
aannemen, dat deze percelen in het plan van bovengenoemde ruil
verkaveling, aan gedaagde zijn toebedeeld;
dat dit plan echter nog niet vaststaat nu de tegen dit plan ingediende
bezwaren nog niet zijn behandeld
dat Ons uit de bovenvermelde stukken van deze ruilverkaveling is
gebleken, dat de bijeenkomst, bedoeld in art. 76 Ruilverkavelingswet
1938, door de rechter-commissaris is bepaald op 19 September 1944,
doch niet is doorgegaan, kennelijk tengevolge van de toen en thans
nog bestaande verkeersbelemmeringen
Overwegende, dat Wij het met de door getuige Timmerman mee
gedeelde mening van de Plaatselijke Commissie eens zijn, dat, nu
deze ruilverkaveling door vermelde omstandigheid niet kan worden
afgehandeld, het wenselijk is, dat de nieuwe eigenaren de hun in het
plan van ruilverkaveling toebedeelde gronden voorlopig in bezit ne
men, zulks wegens het gevaar dat de oude eigenaren door onvol
doende verzorging en bemesting daarop roofbouw plegen en aan die
gronden schade toebrengen;
dat deze voorlopige inbezitneming zal moeten geschieden in onderling
overleg tussen en met goedvinden van de betrokken eigenaren onder
handhaving der eventueel ingediende bezwaren
dat het duidelijk is, dat enkele onwilligen het gehele overleg kunnen
verstoren en zelfs verijdelen, doch de wet daarin niet voorziet;
Overwegende, dat krachtens art. 84 Ruilverkavelingswet 1938 de
eigendom der in het plan van ruilverkaveling toebedeelde gronden
eerst overgaat door de overschrijving der akte van ruilverkaveling
in de openbare registers;
dat de wet de rechter geen grond geeft voor een goedkeuring van een
inbezitneming door de nieuwe eigenaar tegen de wil van de oude
eigenaar vóór die overschrijving, ook al moge zij wenselijk zijn
Overwegende, dat de aan gedaagde verweten en door hem erkende
handelingen dus onrechtmatig zijn, nu hij de toestemming van eisers
daartoe niet had verkregen
dat eisers derhalve in een geding omtrent het bodemgeschil in het
gelijk zouden worden gesteld;
Overwegende, dat het spoedeisend karakter van deze zaak vast
staat, aangezien gedaagde niettegenstaande een sommatie van de
raadsman van eisers met deze handelingen is voortgegaan en blij
kens zijn uitlatingen ter terechtzitting ook zal voortgaan;