23
en/of b. Daar in de bijdragen gaa enz.) van een richting in de coëffi
ciënten van de normaalvergelijkingen de a en b een belangrijk grotere
invloed uitoefenen dan het gewicht, zal, al staat het gewicht achter bij
dat van een directe richting naar datzelfde punt, de invloed van de
gebroken richting bij de vereffening van het punt groot zijn.
o 1
O 2
5 cm
O
Fig 10 o 3
De gebroken richting als onderdeel van een driehoeksketting
5. De invloed die een gebroken richting bij de bepaling van een
punt heeft, is te vergroten door op de z zijden van de gebroken rich
ting een driehoeksketting op te bouwen (zie figuur 11). Het aantal
richtingen dat hierdoor gemeten moet worden, wordt belangrijk groter,
doch lengtemeting kan geheel vervallen.
In figuur 11 zijn Ap en An bekende punten, is P het te bepalen punt
en zijn de te meten richtingen door pijltjes aangegeven. Er wordt aan
genomen, dat de gemeten richtingen onderling ongecorrelateerd zijn.
Voor de richtingen naar de punten Ap zijn de correctievergelij
kingen
ijj'jp (ap -j- O') -j- a1 p A A -j- 6lP A Y A O
~t~ aiP sXp ^iP EYp "1" EaP(2^)
Voor de gebroken richting geldt
Vm (a„ 6= O') av, A V bv, A Y A O
aVt zx„ ^i" zYn Ea" s02(26a)
Door voor deze vergelijkingen /p alP A X by$ A Y AO Ep
en av, A X bvt A Y A O E„ te schrijven zijn zij op de