27
nabijheid. Meting van stalen meetbanden door middel van hun electri-
sche weerstand is daarom onderzocht. De geschiedenis van dit werk
wordt nagegaan. Het gebruik van weerstandsmethoden heeft in het
veld voldaan, terwijl onder laboratoriumcondities de nauwkeurigheid
van i op 2 ooo ooo bereikt werd voor meetbanden van 24 meter en
van 100 voet. Zulke banden blijken binnen 2 op 1 000000 stabiel te zijn
gebleven in 25 jaar.
Idem. Juli 1953, blz. 98. Commander G. S. Ritchie vervolgt een
artikel over hydrografische opmetingen. Hiervoor beschikt de Engelse
vloot over acht varende schepen, vier van ongeveer 2000 ton met een
bemanning van 165 koppen, twee van 830 ton voor Engels kustwater,
een schip van een nieuw type met helicopter voor luchtfoto's, dat
onlangs te water werd gelaten en nu wordt beproefd, en een oud schip
van 1140 ton met een eerbiedwaardige dienst over alle zeeën.
Hydrografische gegevens worden steeds bepaald in triangulatie-
verband, hetzij aangesloten aan het aangrenzende landelijke net, hetzij
zelfstandig en astronomisch georiënteerd. Hoekpunten zijn drijvende
bakenshoekmeting met sextant op zee, met theodoliet op landbasis
meting op zee tussen bakens met draadapparaat; een trommel met
140 mijl pianosnaar rolt deze uit langs een meetrad; de draad gaat
verloren. Lijnen worden gevaren, waarbij het echolood het bodemreliëf
opneemt. Plaatsbepaling van het schip t.o.v. bakensSnellius. Hydro
grafisch meten is tasten langs de onzichtbare zeebodemhet echolood
geeft meer dan het dieploodgehoopt wordt op ontwikkeling van onder
watertelevisie.
Idem. Juli 1953, blz. 110. Temperatuur van meetbanden. Mededeling
van het nationale physische laboratorium. Lengten van stalen meet
banden kunnen nauwkeurig worden geijkt onder laboratoriumomstan
digheden door middel van hun electrische weerstand, onafhankelijk van
de temperatuur. Nauwkeurigheid 1 1 000 000. Te velde kan de lengte
van een meetband zo niet direct worden bepaald. Wel die van een
band in de nabijheid onder dezelfde omstandigheden op een apparaat.
Bij heldere zonneschijn werd bevonden, dat de op deze wijze afgeleide
bandtemperatuur 4 gr hoger was dan die van een kwikthermometer.
Surveying and Mapping. April-Juni 1953» blz. 178. H. J. Mc.
Farlan, van de universiteit van Michigan. Over controle. Plaatselijke
controle helpt de eigendomslandmeter. Eigendomsbeschrijvingen ge
baseerd op minderwaardige metingen zijn oorzaak van veel strijd. Ter-
reingrenzen vallen zelden samen met die omschreven in titels. De
meeste clienten bevroeden niet de ongelukkige gevolgen van foutieve
metingen, die meestal verschijnen lang nadat ze verricht zijn, en dat
veel moeilijkheden opdoemen uit het verleden. Zij vinden metingen
overdreven duur, realiseren zich niet welke tijd en moeite er in gaan
zitten en waarom verschillende landmeters het over een grens vaak
oneens zijn. Landmeters streven naar grotere nauwkeurigheid. Dit