RECHT EN ADMINISTRATIE Mr. J. H. JONAS Eindelijk Hoge Raad en Ruilverkaveling. 29 meer dan 20 X overbodig (behoudens voor het onderscheiden van details). Idem. Nr. 3 (1950), blz. 7. Geodetische toepassing van Shoran. Donald A. Rice. Een vliegtuig beschrijft een lijn die de verbindingslijn van twee grondstations ongeveer loodrecht halveert. Het zendt golven uit die de grondstations terugkaatsen. De afstanden van het vliegtuig tot de twee stations worden bepaald door de tijdsverschillen tussen zenden en ontvangen van de terugkomende golven. Passeert het vliegtuig de verbindingslijn, dan is de som van de af standen minimum. Hieruit kan de geodetische afstand van de stations worden afgeleid. Op deze wijze kunnen driehoeksnetten worden opgebouwd door be paling van de lengten van de zijden. Deze lengten kunnen maximaal 600 mijl worden. Verwacht worden op de duur resultaten met een nauwkeurigheid vergelijkbaar met die van gewone driehoeksnetten. Concurrentie tussen de methoden wordt niet verwacht, de Shoran- methode zal daar uitkomst bieden waar geen visuele netten zijn of kunnen worden gelegd, bv. in Canada of over eilandengroepen. Bulletin Géodésique. Juni 1953, blz. 153. Prof. W. Verenskiold (Noorwegen). Theorie van kaartprojecties. Schrijver geeft een een voudige afleiding van de formule van de indicatorellips (de ellips be schreven door de vergroting in een punt van de projectie), de alge mene voorwaarden voor conforme projectie (assen ellips gelijk) en equi valente projectie (product halve assen ellips 1) en toont aan dat deze leiden tot oplosbare differentiaalvergelijkingen. Omgekeerd wordt het probleem opgelost de voorwaarden te vinden voor deze soorten van projectie, wanneer men vooraf de vergelijkingen van parallellen of meridianen in de projectie opstelt. Verwisseling van letters en van sin voor cos op blz. 156 bemoeilijken de lezing. De Gr. Hoofdbewaarder van de Hypotheken, enz. te Rotterdam: De schaarse jurisprudentie over de ruilverkavelingswet heeft een belangrijke aanvulling gekregen door het arrest van ons hoogste rechts college van 17 September 1953 (N.J. 1953/739). Weliswaar geen uitspraak in cassatie over de lijst van rechthebbenden (art. 63 der wet), noch over de schatting (art. 67), noch over het plan van de ruilverkaveling (art. 81), doch enkel over de bevoegdheid van de Rechter-Commissaris een bevelschrift te geven om iemand des-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 31